NUHR en Wim Helsen winnen de cabaretprijzen


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Amsterdam

De eerste vier portretten van de Cabaretgalerij hangen op hun plek in De Kleine Komedie. De uitreiking van de Poelifinario, de prijs voor het beste cabaretprogramma, en de Neerlands Hoop voor het meest opmerkelijke programma, was vorig jaar een sfeerloze vertoning in het Rotterdamse Oude Luxor. Deze permanente expositie kan gezien worden als een volwaardige Wiedergutmachung voor Marc-Marie Huijbregts (Poelifinario 2003) en André Manuel (Neerlands Hoop 2003). De winnaars van 2004 zijn NUHR (Poelifinario) met het programma Over de Top en de Vlaamse cabaretier Wim Helsen (Neerlands Hoop) met Heden Soup!
De zwart-wit portretserie, een initiatief van de VSCD (Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties) wordt gemaakt door Maarten Corbijn. Joost Nuissl, directeur van De Kleine Komedie meldde dat er nog muurruimte in het theater is voor 20 jaar. Jammer dat de reeks boven in het gebouw begint, waar slechts een handjevol theaterbezoekers normaal gesproken komt.
De fotograaf, die eerlijk bekende geen enkele voorstelling te hebben gezien van de laureaten voordat hij de opdracht kreeg, heeft geprobeerd iets van de theatervoorstelling weer te geven. Zo zien we André Manuel, een van de meest uitgesproken cabaretiers van dit moment, met een megafoon. Hij heeft na de moord op Theo van Gogh nog eens extra op het gaspedaal getrapt. Marc-Marie Huijbregts schrok even toen de fotograaf hem naar het Amsterdamse Amstelpark liet komen en hem een pij aantrok. ‘Ik ben niet zo van de afdeling rare kleren in de vrije natuur.’ Corbijn wilde iets laten zien van een vertellende cabaretier uit het katholieke Zuiden. Huijbregts ziet zich vooral als kabouter en herkent de sprookjesachtige sfeer van zijn bekroonde wonderlijke familievertelling M-M Huijbregts.
Corbijn, die zijn onderwerpen graag regisseert, merkte niets van de alom genoemde eigenwijze houding van cabaretiers. ‘Mijn specialisme is lastige mensen, maar iedereen was heel gewillig.’ Wim Helsen werd in de kleedkamer na de voorstelling door de fotograaf opgewacht, en moest direct zijn jasje uit- en zijn bril afdoen. Helsen kijkt met bewondering naar de foto aan de muur: ‘Ja, bloot en leeg. Zo voel ik me na een voorstelling. Dat heeft hij perfect getroffen.’