Fotograaf Joost van Velsen
In zijn droom ziet Alex Roeka een vrouw die na afloop van de voorstelling het lege theater dweilt. Als pure romanticus besluit hij speciaal voor haar nog een liedje te zingen. De vrouw geeft echter geen sjoege en doet alsof ze de zanger niet hoort. Als Roeka wakker wordt beseft hij dat die schoonmaakster zijn ex-vriendin is, die hij na vijfentwintig jaar nogal cru aan de dijk heeft gezet. Dan vloeit de tekst van Liefdeslied voor mijn ex-vrouw soepel uit zijn pen:
En het is gek ja
Dat je eerst zo bruut moet breken
Van de lijn moet zijn geweken
Om te weten wat je had
En het is hard ja
Dat ik nu pas weer kan voelen
Dat onder dat roepen en dat bloeden liefde zat.
Roeka vertelt over die droom in de voorstelling Beet van Liefde, het verslag van een explosieve liefdesrelatie die zijn leven helemaal overhoop heeft gegooid. De man bij wie hij zijn schrijfpapier in Amsterdam koopt heeft hem gewaarschuwd dat zijn nieuwe Vlaamse vriendin een ‘wuivend korenveld’ is, waarin zich een ‘Bourgondisch genotsdier’ schuilhoudt, en dat hij daar als ‘geremde calvinist’ kapot aan zal gaan. Als we Roeka mogen geloven lijkt die middenstandsscepsis tot op heden ongegrond.
Ietwat anders ligt het met het tweede gevaar waar de bevriende winkelier zijn klant op heeft gewezen: ‘Als je nu liedjes gaat schrijven, wordt het sentimenteel bakvissengejank.’ Van zijn vorige zes cd’s weten we dat Roeka niet snel zal vervallen in gezwemel en roze rijmelarij. Via hem weten we hoe de achterbuurten van grote steden eruit zien, waar hij als zeeman is geweest. Door zijn liedjes kennen we het lawaai van de kroeg, de liefdespijn en de geur van bezwete bedden. Het is oprechte poëzie, die het laagje beschavingsvernis eraf schuurt en vervolgens wroet in het roest en de modder van de ziel. Ook in deze heftige liefdescyclus weet hij te ontroeren door de totale overgave. Hoogtepunt is het lied Kamer 142, waarin hij de traptreden beschrijft die leiden naar de hotelkamer waar hij met zijn nieuwe vriendin de nacht zal doorbrengen.
De eerste tree is pure liefde, delicaat
De tweede tree is vuile leugen, laffe daad
Zo gaat dat verder om en om en stap voor stap
Naar kamer 142 helemaal boven
Aan het einde van de trap.
Toch heeft de rigoureuze ommezwaai in zijn leven hem zo aangepakt, dat hij zo nu en dan (bijvoorbeeld in het nummer Daarom jij) neigt naar geëxalteerde poëzie. Met de hyperpersoonlijke manier waarop Roeka zijn liefdesperikelen beschrijft dwingt hij het publiek soms, zeker door de inleidende verhaaltjes, in de enigszins ongemakkelijke rol van toeschouwer in een openbare peepshow. Maar het kan nog nét.
De cd Beet van liefde leverde Alex Roeka onlangs een Edison in de categorie Kleinkunst op. Die had Roeka eigenlijk al eerder verdiend, maar hij is met zijn simpele presentatie lange tijd een van de beter bewaarde theatergeheimen gebleven. Het lijkt erop alsof de Edison vooral een waardering achteraf is voor zijn eerdere 5-sterren werk, want muzikaal (de arrangementen van pianist Jaco Benckhuijsen zijn broodnodig om de niet al te sprankelende melodieën op te krikken) en wat onderwerpvariatie betreft zijn dit album en deze voorstelling zeker niet het beste tot nu toe. Maar bij Roeka is ‘iets minder’ nog altijd veel meer dan het landelijk gemiddelde.
****
Beet van Liefde door Alex Roeka & Band, De Meervaart Amsterdam 8 mei. www.alexroeka.nl