Smakelijk eten: Bruine bonen en kouseband


Geplaatst in Blog op .

omslag-woiskiEindelijk, na jaren zwoegen is het boek er: Bruine bonen en Kouseband over de muzikale Max Woiski senior en junior.

Hieronder de toespraak die ik hield bij de presentatie:

De familie Oranje kent een verwarrende hoeveelheid Willemen. De familie Woiski doet daar nauwelijks voor onder met de Maxen en Paula’s. Ik beperk me nu even tot de belangrijkste Maxen en Paula’s.

Zo kennen we Paula Stroom, het dienstmeisje bij Franz en Tine Woiski, rond 1930 in Paramaribo. Franz en Tine zijn de ouders van Max senior en de officiële grootouders van Max junior. Ik zeg officiële grootouders, in de praktijk viel het wat tegen, omdat opa en oma het resultaat van een slippertje van hun zoon niet met veel enthousiasme hebben begroet. Het jochie was namelijk nogal zwart, en Franz en Tine probeerden juist zo Europees, zo wit mogelijk over te komen. Franz riep dan ook na de geboorte uit dat hij ‘zijn bloementuin niet wilde laten vernietigen’ en zoon Max mocht zich daarom niet laten registreren als vader van ‘dat kind.’ De stiefvader van Paula heeft zich wél over het ventje ontfermd en daardoor kreeg hij niet de achternaam Woiski, maar Mackintosh.

Dan hebben we Paula, de dochter van Max junior en zijn tweede vrouw Jopie Preij. En dan stuiten we meteen op een van de problemen bij het schrijven van dit boek: Paula wilde niet over haar vader praten, zij wilde niets meer met hem te maken hebben, ook al was hij dood, toen ik haar benaderde. Van moeder Jopie heb ik begrepen dat Paula zich nooit echt gewenst heeft gevoeld door haar vader. Moeder Jo kwam met stevige argumenten om dat gevoel te verklaren. Op tienerleeftijd van Paula is de bom gebarsten en het is nooit meer goed gekomen.

En dan ten slotte de derde Paula, Paula Groothuizen, de laatste en misschien wel de meest innige, de meest warme liefde van Max jr. Dan hebben we het over een Max, die geen nachtclub meer heeft, nog wel even schnabbelde met zijn vrolijke Caribische en latin muziek, maar die veel liever jazz speelde of naar de muziek van Bach en Segovia luisterde. Paula is tot aan zijn laatste moment de grote steun voor Max jr gebleven. En ze is voor mij ook enorm belangrijk geweest, een geweldige bron van informatie, en met lekkere broodjes en drank als ik bij haar op bezoek kwam in Alkmaar.

cd-max-srDe Maxen. We beginnen bij de jongste, althans in mijn verhaal. De zoon van Max jr en dus kleinzoon van Max sr. Een ontzettend aardige vent, die in zijn huis in Amstelveen allerlei instrumenten van zijn vader aan de muur heeft hangen. Wist zich als zoon van zijn beroemde vader niet echt voorbeeldig te gedragen, maar heeft zijn leven helemaal op orde gekregen. Maar bij hem stuitte ik op het volgende probleem bij het schrijven van het boek. Namelijk veel informatie die ik van hem kreeg week nog wel eens af van de informatie die ik kreeg van zijn stiefmoeder Jopie, of zijn zus Lils, of van Paula, Paula Groothuizen dus, die je zijn tweede stiefmoeder zou kunnen noemen. En de informatie van die anderen kwam ook weer lang niet altijd met elkaar overeen. De waarheid heeft vele gezichten, zoals vier mensen die aan vier kanten van een berg zitten een totaal verschillende beschrijving kunnen geven van die berg.

En dan natuurlijk de twee Maxen waar het in dit boek werkelijk om gaat. Twee muzikale grootheden – de een genie op dat kleine fluitje met dat iele hoge geluid, de flageolet, een instrument waar ja na 10 minuten wel een beetje zenuwachtig van wordt, de ander een uitstekende gitarist. Ook al was het muzikale talent van Max jr niet de belangrijkste reden van vader Max om hem naar Nederland te halen: hij had vooral behoefte aan een zwarte gitarist, nadat de witte Henk van der Molen uit het bandje was gestapt. Een zwarte muzikant deed het goed bij het publiek dat graag over de etnische heg keek. Exotisch was toen positief. Het was in de tijd, zoals een van de personages uit de roman De kleurling van Herman Hennink Monkau ironisch zegt, dat de Surinamers nog niet in de weg liepen.

Valentin Ocheda

Twee mannen met een groot ego. Twee mannen met een spraakmakende club in Amsterdam, La Cubana van senior in de Leidsestraat en Tropicana van junior op het Rembrandtplein, twee mannen die grote hits hadden, BB met R, oftewel Bruine Bonen met Rijst van senior en Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw en net als zijn vader een gastronomisch lied, want junior heeft wel heel veel van zijn vader geleerd: Oh Nederland, geef mij rijst met kouseband, later heel grappig geparodieerd door de band Henk & The Stainless Steelband, die zongen Oh Nederland, geef mij WW à contant.

Beide Maxen hebben veel geld verdiend, maar zij wisten het nog sneller uit te geven, twee mannen die er tip-top-verzorgd uitzagen, twee mannen die geweldig konden koken, twee mannen, die hun eigenbelang goed in de gaten hielden, en als het nodig was sjoemelde met hun principes: zo lukte het Max senior om tijdens de tweede wereldoorlog zelfs een ariërverklaring te bemachtigen, zodat hij door kon spelen. En twee mannen die het met de huwelijksmoraal niet al te nauw namen en een problematische verhouding met hun kinderen hebben opgebouwd. Max junior was op zijn zachtst gezegd niet echt treurig dat zijn vader eind jaren vijftig verhuisde naar Mallorca.

Als je alles bij elkaar optelt, kun je maar één conclusie trekken: wat een ongelooflijk interessante mannen. Hun leven vertelt veel over het ontstaan van wat we nu wereldmuziek noemen, het vertelt veel over hoe Nederland reageerde op de komst van donkere mensen – aan de ene kant positief opgewonden, vanwege de kleur die het bracht in de samenleving, aan de andere kant wantrouwig en angstig. Vooral het optreden van de overheid in de jaren dertig en met name van de politie in Amsterdam is stuitend. De top van de Amsterdamse politie hield niet van die ‘apenmuziek’ en men vond dat die zwarte, louter op seks beluste mannen een gevaar vormde voor onze onschuldige blanke meisjes. Een muzikale en sociale geschiedenis dus, die beschreven moest worden.max-sr

Dat vond ook Vic van de Reijt van uitgeverij Nijgh en Van Ditmar. Vic had in zijn enthousiasme om het Nederlandse lied in al zijn facetten en in al zijn vormen voor het nageslacht te bewaren een prachtige driedubbel-cd samengesteld waarin hij de treffende overeenkomsten tussen de Vlaamse en Surinaamse mentaliteit én muziek aantoonde. In deze verzameling Surivlaams was een belangrijke plek ingeruimd voor vader en zoon Max Woiski. Vic wist dat er zoveel vlees aan het Woiski-verhaal zat dat het een mooi boek zou kunnen opleveren. Hij vroeg aan mij of ik dat boek wilde schrijven. Met heel veel plezier, wilde ik dat. Ik mocht samenwerken met Ronny Woiski, zoon van Max senior en halfbroer van Max jr. Ronny heeft een enorme bewondering voor zijn vader, maar heeft ook de nodige gevechten met hem geleverd. Een enkele keer ook letterlijk, fysiek. En plein public in La Cubana op Mallorca.

Na een niet gelukte poging om zelf een muziekcarrière op te bouwen heeft Ronny in Zweden een opleiding tot accountant gevolgd en heeft in die richting wel veel succes gehad. Als happy pensionado pendelt hij tussen Stockholm en Mallorca. Ronny heeft tien jaar in de archieven gesnuffeld en dat heeft geleid tot zijn boek Woiski – Mijn familie en ik. Het is oorspronkelijk in het Zweeds geschreven. In ruil voor de hulp die ik heb geboden bij de vertaling naar het Nederlands mocht ik vrij putten uit zijn informatiebron.

Ik heb de afgelopen jaren ontzettend plezierig contact met Ronny gehad, via de mail, via skype, maar er was ook direct contact met hem in Stockholm en op Mallorca. Ik maakte die reisjes met Jennifer Hensen, die bezig was met een documentaire over de Woiski’s. We krijgen daar dadelijk een stukje van te zien. Zonder Ronny Woiski dus geen Bruine Bonen en Kouseband. Maar dus ook niet zonder de hulp van Vic, die het boek nieuw leven heeft ingeblazen toen de informatiebronnen dreigden op te drogen. Vic heeft scherpe adviezen gegeven en heeft een indrukwekkende discografie aan het boek toegevoegd. Verder ben ik Stephanie Heijtel van Nijgh dankbaar voor de begeleiding van het boek. Ik zie ernaar uit om ook voor mijn komende boek, de biografie van Maarten van Roozendaal, weer met haar samen te werken.max-jr

En dan natuurlijk ben ik blij dat ik zoveel mensen heb kunnen spreken die een stukje van de Woiski-puzzel op tafel hebben kunnen leggen, van nicht Tina Woiski in New York tot Wim Schuiveling, de schoonzoon van Max senior. Ik heb een lange lijst van hulpbiedenden in het boek opgenomen.

Ik vind het heel jammer dat het Ronny niet is gelukt om vanuit Mallorca over te komen, maar ik snap het volkomen. Toch wilde ik het eerste exemplaar aan een echt familielid uitreiken. Lils is de kleindochter van Max sr en de dochter van Max jr en ook nog zangeres, een top-jazzzangeres met een Edison op de schoorsteen, ook al heeft ze nooit de directe waardering van haar vader over haar zangkwaliteiten gekregen. Dochter van, kleindochter van, zangeres, en verteller van fantastische verhalen, dat zijn vier goede redenen om haar het eerste exemplaar aan te bieden.