Monty Python’s Spamalot. Mercury
****
Met de film Monty Python and the Holy Grail (1975) in het achterhoofd is het even wennen om niet de echte MP-mannen te zien rondrennen. Maar de dwaze mengeling van academische humor en meligheid werkt ook in deze King Arthur-musical (meer een aaneenschakeling van sketches en liedjes) die de film nauwgezet volgt. Andrew Lloyd Webber krijgt een tik in The song that goes like this en de joodse aanwezigheid op Broadway wordt prachtig op de hak genomen in You won’t succeed on Broadway. Eric Idle schreef de teksten en een deel van de muziek en andere Python-held John Cleese komt even als voice over God voorbij.
The light in the Piazza. Nonesuch
****
Adam Guettel (kleinzoon van Broadway-componist Richard Rodgers) wordt wel de nieuwe Sondheim genoemd, vanwege zijn elegante en vaak gecompliceerde muziek, die tegen de opera aanleunt en ingenieuze liedteksten. The light in the piazza vertelt het gekartelde liefdesverhaal van een Amerikaanse jonge vrouw in Florence begin jaren vijftig. De meereizende moeder probeert dit tegen te houden. De ongemakkelijke situatie wordt schitterend in klanken omgezet. Passie met schuurpapier.
Dirty Rotten Scoundrels. Ghostlight Records
***
Vooral het eerste deel van de opgewekte musical Dirty Rotten Scoundrels (gebaseerd op de film uit 1988) is een frisse lentebries. Luchtig worden de bedriegende hoofdrolspelers (waaronder de doorgewinterde John Lithgow) en hun slachtoffers voorgesteld. Het is traditioneel dansen en zingen met hoog opgetrokken mondhoeken. Aangezien het verhaal weinig verrassingen oplevert, moet de musical het hebben van de vrolijke leave your troubles behind-sfeer, maar dat is geen avond (en zelfs geen cd lang) vol te houden. Ondanks de aardige verwijzingen naar My Fair Lady en The Producers en een spannend sadistisch nummer van de Weense Dr. Schuffhausen.