Van alles wat en uiteindelijk niets


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Hello Dolly door V&V Entertainment, met Willeke Alberti en Jos Brink, script: Michael Stewart, liedteksten en muziek: Jerry Herman, vertaling: Frans Mulder, regie en choreografie: John Yost. Stadsschouwburg Eindhoven. Tournee.

Waarom in vredesnaam? Waarom wordt Hello Dolly opnieuw uitgebracht? Omdat de economische crisis door het land sluipt en de getroffenen en de verontrusten ’s avonds geen sores aan hun kop willen? Omdat iedereen de titelsong van Louis Armstrong nog steeds in het hoofd heeft? (In de foyer speelt een dixielandbandje het nummer als een repeteergeweer achter elkaar. Je zou bijna rechtsomkeert maken.) Omdat het wel grappig is om Willeke, Jos en Jamai naast elkaar te zien? Willeke Alberti is zestig jaar oud, zij staat vijftig jaar op het podium, Hello Dolly kwam veertig jaar geleden uit. Is het soms vanwege die rekenkundige reeks?
Zo zou je nog wel tien redenen kunnen bedenken, maar een degelijke artistieke reden zit daar niet bij. Vorig seizoen werden we door V&V Entertainment van Albert Verlinde lastig gevallen met Het Hemelbed. Nu is Hello Dolly uit de oude doos opgediept. Toegegeven, iets minder erg, maar toch.
Willeke Alberti is Dolly Levi, die zich na het overlijden van haar man op de been houdt als ritselaar. Zij geeft massage en danslessen, zij is amateur advocaat, maar vooral koppelaarster. Als de welgestelde grutter Horace Vandergelder (Jos Brink) ondergebracht moet worden, schuift zij zichzelf op sluwe wijze naar voren, met het verwachte resultaat. Het verhaal speelt zichtbaar aan het eind van de 19e eeuw in New York. Leuk voor de kostuumontwerper.
Tien jaar geleden ging Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen onderuit met deze suikerspin, maar door de namen op het affiche lokt V&V Entertainment in ieder geval een nieuwsgierig publiek naar het theater. Willeke Alberti en Jos Brink doen het goed. Alberti maakt van Dolly een innemende vrouw met een gifrandje door zo nu en dan een Amsterdams accent te laten klinken, en aan het slot zelfs een cynische smartlap ten gehore te brengen. Jos Brink voelt zich wel lekker als chagrijnige gierigaard. Maar het blijft een vermoeiend ouderwets verhaal. Gelukkig is het wel iets ingekort, maar daar staat dan weer de – oh…gaap – ondeugende, pikante Purper-vertaling van Frans Mulder tegenover.
En dan Jamai, de Idols-ster van het eerste uur, die in Hello Dolly zijn musicaldebuut maakt. Hij voert de opdracht die regisseur John Yost hem blijkbaar heeft gegeven – acteer zo hysterisch mogelijk, dat vindt comedy musicalpubliek heel leuk – uitstekend uit. Yost lijkt vooral naar de opgefokte slapstickkanten van kluchtenkoning John Lanting te hebben gekeken.
Yost is ook verantwoordelijk voor de choreografie. ‘Sprankelende balletten’ worden ons in het programmaboekje beloofd. Ja, in één nummer om precies te zijn, in het titelnummer. De rest is voorspelbaar, braaf en stoffig.
Er zijn twee acceptabele redenen te bedenken om dit stuk opnieuw uit te brengen. Je laat het oude Broadway in alle kitsch-glorie zien, maar daar is geen geld voor. Of je neemt het stuk als basis voor een zwarte relatie-komedie, maar dat heeft men blijkbaar niet aangedurfd. Deze uitvoering heeft van alles wat en is daardoor uiteindelijk helemaal niets.