Twijfelende vrouwen voor de spiegel kunnen hun omgeving nog wel eens verbazen met het vliegensvlug verwisselen van hun outfit, maar niemand beheerst die techniek beter dan de Italiaanse transformist Arturo Brachetti. Deze variétévorm, die voortkomt uit de comedia dell’arte, beleefde begin vorige eeuw een hoogtepunt met Leopole Fregali. Het grote voorbeeld van Brachetti bezorgde de wisselkunst de naam fregalisme. Op zijn grafsteen staat: Hier voert Fregali zijn laatste transformatie uit.
Bij het opruimen van de zolder van het huis van zijn overleden moeder stuit Arturo op zijn oude speelgoed. Hij brengt Pinokkio, Spiderman, een Japanse Kabuki-acteur en een Barbie-pop tot leven, terwijl de stem van zijn moeder, als een echte Italiaanse mama, vanuit haar handtasje nog wat bevelen rondstrooit. De teksten worden ondertiteld, maar nodig is het niet echt, want de zoete beelden uit zijn jeugd spreken voor zich.
Het handtasje achtervolgt en begeleidt de zoon op zijn speurtocht door zijn verleden. Hij herinnert zich dat op het dorpsplein een paar lakens werden opgehangen, waarop Hollywood het dorp binnenkwam. In een paar krachtige transformaties zien we filmiconen voorbij komen. Hitlers wereldballon-dansscène wordt net zo poëtisch en indringend uitgebeeld als door Charlie Chaplin zelf. De beelden van King Kong, James Bond, Frankenstein en Casablanca zijn clichématig, maar daardoor niet minder vermakelijk.
Een foto in het handtasje van een bezoek aan het circus van de kleine Arturo aan de hand van zijn moeder, is zelfs de opmaat naar een ontroerende ode aan regisseur Fellini. Maar het is toch vooral een voorstelling met veel oh’s en ah’s en bewonderende tussenapplausjes als weer een nieuwe creatie opduikt.
Arturo Brachetti, Nieuwe Luxor Theater Rotterdam, 29 april. Aldaar t/m 13 mei.