Après-ski door Gino Sancti, De Kleine Komedie Amsterdam, 7 maart. Tournee.
De finale-act tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival 2002 was helemaal niet beroerd, en ook het debuutprogramma Niet op de openbare weg strooien van het Vlaamse duo Gino Sancti kon ermee door. Wat onbehouwen, maar wel fris brutaal en ontregelend. Het tweetal werd in de beschouwingen al hoopvol geplaatst in de aantrekkelijke Vlaamse absurdistische golf met Wim Helsen in de voorste linie. Nadat het Hollandse cabaret eerst tot leven was gekust door een Brabantse invasie (Hans Teeuwen, Theo Maassen, Remco Vrijdag, Marc Marie Huybregts) leek de volgende ronde vernieuwing uit een nog dieper Zuiden te komen.
Het tweede programma Après-ski moest de definitieve doorbraak worden voor Han Coucke en Frank van Erum. Ze hebben beiden een verleden in de Vlaamse omroepwereld, maar doen er verstandig aan om die schepen niet geheel achter zich te verbranden. Après-ski is een tragische artistieke afgang. Twee jongens trekken naar Tirol om daar hun geliefde te vinden, en raken behoorlijk opgewonden van rendieren, de kerstman en sneeuwballen. Zij strijden beiden om dezelfde vrouw, met noodlottige gevolgen voor alle drie.
Maar vooral voor het publiek dat anderhalf uur bedolven wordt onder melige, nietszeggende flauwekul, waar een beginnend middelbare schoolcabaretje zich diep voor zou schamen. Een beetje lollig vloeken, wat pis en dan een pseudo-gevoelig liedje en een parodie op de balkonscène van Romeo en Julia om het nog de glans van diepgang te geven. Maar er zit niets achter of onder. Alleen lucht. Zo kinderachtig, dat je je ogen en oren niet gelooft.
Een lichtpuntje biedt de voorstelling wel. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat we met deze twee Vlaamse non-valeurs het dieptepunt van het seizoen gehad hebben.