Als een recensent wil aangeven dat een zanger/tekstdichter veel passie, venijn en intelligentie in zijn teksten en muziek stopt, dan komt hij al snel aan met de Brel-vergelijking. Het is soms een beetje armoedig, maar Brel is natuurlijk op dat terrein hét ijkpunt. Ook bij de in Nederland geboren Vlaming Raymond van het Groenewoud ligt die vergelijking voor de hand, waarbij het oeuvre van Van het Groenewoud aanzienlijk groter is dan dat van Brel en nog steeds groeit. Dat is de reden waarom acht jaar na het verschijnen van Je veux de l’amour een nieuwe, met veertig teksten uitgebreide verzamelbundel is uitgebracht. Niet zo chic uitgegeven als de befaamde (en inmiddels om financiële redenen opgeheven) Pluche-reeks, maar door de sfeerverschuiving in het repertoire van Van het Groenewoud zeer de moeite waard. Ofschoon er altijd wel een donkere ondertoon bij Van het Groenewoud aanwezig is geweest, is die de laatste jaren wat duidelijker naar voren gekomen. Het lied Nog een keer was bedoeld als de uitsmijter van de Tot morgen-tournee in 1999, maar de zanger merkte dat het nummer het publiek ongemakkelijk maakte, ‘zodat het glaasje achteraf niet meer smaakte.’ Nog één keer opstaan, nog één keer wild gaan/Zoals de stervende, een laatste heldere zin/Nog één keer wild gaan, tegen ontmoediging in/Gedaan, gedaan met de argwaan/Nog één keer opstaan voor we ondergaan.
Dat ondergangsgevoel komen we ook tegen in het keiharde Weg met Amerika en zelfs in liefdesliedjes, als Je t’aime.
Onlangs werd Twee meisjes van Van het Groenewoud door de luisteraars van de Vlaamse Radio 1 gekozen tot het beste Belgische nummer aller tijden. Daarmee werd Ne me quitte pas van Brel na jarenlange heerschappij van de troon gestoten. Het zijn slechts zestien korte zinnetjes over meisjes op het strand, bijna haiku-achtig, helder als bronwater, met een melancholieke melodie. Misschien moet de recensent maar eindelijk eens overstappen naar het nieuwe ijkpunt als het gaat om passie, venijn en intelligentie.

****
Raymond van het Groenewoud: Twee meisjes. Alle liedteksten. Met een voorwoord van Boudewijn de Groot. 341 bladzijden.
ISBN 978 90 388 90722
Nijgh en Van Ditmar. € 17,50