WEL DIEREN, MAAR GEEN BEREN EN APEN


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: De Krant van Carré‚ nr 1 December 2011

Noord Korea en de Verenigde Staten kunnen het op hoog niveau niet echt goed met elkaar vinden, maar in de artiestenfoyer van Carré staan circusartiesten uit beide landen doorgaans met elkaar te tafeltennissen. Misschien komt het nog wel goed met de vrede op aarde. En dat allemaal rond kerstmis in Carré.
Producent Henk van der Meijden (Den Haag, 1937), die dit jaar voor de zevenentwintigste keer het Wereldkerstcircus naar Carré brengt, gelooft heilig in de kracht van cultuur om politieke muren te slechten. En daarbij biedt de drukte rond het Wereldkerstcircus ook nog een praktisch persoonlijk voordeel. ‘Mijn vrouw Monica en ik zijn blij dat we al bijna dertig jaar niet naar een kerstdiner hoeven. Tussen de tweede en derde show op eerste kerstdag hebben we een lekker etentje in de artiestenfoyer. Dat kan niet langer dan een uur duren, maar het zijn wel de gezelligste kerstdiners uit ons leven.’
In een uur wordt dus de lamsbout en Pekingeend naar binnen gewerkt en dan weer de piste in. Riekt dat niet naar moderne slavernij? 43 voorstellingen in 17 dagen, vaak drie keer per dag. Voor Van der Meijden zijn circusartiesten de fijnste mensen om mee te werken. ‘De discipline, de inzet en de teamgeest zijn enorm. Als een Chinees meisje in de piste is gevallen, staan de andere artiesten al achter het gordijn klaar om haar te troosten. Er is bij circusmensen geen egogedoe en geen gezeur. Het lijkt wel of die mensen geen pijn, ziekte of blessures kennen.’
Als Henk van der Meijden over het circus begint, is hij nauwelijks te stoppen. Samen met klassiek ballet vormt circus de belangrijkste pijler onder zijn theaterbureau Stardust. ‘Het zijn allebei disciplines waarbij je niet kunt sjoemelen. Het is trainen, doorzettingsvermogen en discipline.
De circuspassie van Van der Meijden begon op veertienjarige leeftijd toen hij straalverliefd werd op Miss Belita die een leeuwennummer had in Circus Mikkenie. Toen hij zeventien was kostte het circus hem bijna zijn baantje als leerling-journalist bij de gereformeerde Nieuwe Haagsche Courant. ‘Op een zondag was ik naar het circus op het Malieveld geweest. De clown had iemand uit het publiek nodig, maar er kwam niemand. Ik vind dat soort dingen verschrikkelijk, maar ik vond het zielig om die clown daar te laten staan, dus ik kwam naar voren. Op maandagochtend moest ik bij de directie komen. Van der Meijden, jij bent op ZONDAG gesignaleerd in het circus!! Alsof ik in de hel was geweest.’
In 1958 stapte Van der Meijden over naar De Telegraaf , waar hij al snel de verantwoordelijkheid kreeg over de showbizzpagina Privé. Daarnaast was hij al vroeg actief als theaterproducent. In 1979 nam hij de gok om het Russische Staatscircus naar Carré te halen. Het publiek prikte door de Koude Oorlogssfeer heen en stond in een lange rij tot aan het Amstel Hotel om de grote clown Popov en de Sovjetacrobaten te zien. De toenmalige Carré-directeur Bob van der Linden pikte vervolgens de oude traditie van het kerstcircus in Carré weer op en Van der Meijden kon aan het werk.
Hij zocht contact met de Zwitserse circusfamilie Knie die een goede naam heeft op het gebied van dierennummers, vooral de paardenacts. Via de Engelse producent Roberto Germain, die in Londen de wereldkampioenschappen circus had georganiseerd kwam hij in contact met het Noord Koreaanse circus, dat zich heeft gespecialiseerd in luchtacrobatiek. Inmiddels is Van der Meijden een welgeziene gast in Pyongyang, waar in een groot gebouw talentvolle tieners de hele dag aan luchttrapezenummers werken.
‘Als ze met een onderscheiding van het circusfestival in Monte Carlo terugkomen, worden deze acrobaten als helden ontvangen. Ze krijgen niet alleen medailles en glorie, maar ook een beter appartement en andere privileges. Circusartiesten hebben het daar beter dan onderwijzers.
‘Een paar jaar geleden hebben we het Nationale Circus van Pyongyang naar Nederland gehaald voor een exclusief Noord Koreaanse voorstelling. Kostuumontwerper Jan Aarntzen maakte slim gebruik van traditionele Koreaanse motieven, en kreeg zo de gelegenheid om de artiesten via een omweg toch modern aan te kleden. Net als in China trokken ze daar gewoon gympakjes aan. Ook hebben we van hun voorstelling totaaltheater weten te maken, met meer aandacht voor beweging, licht en geluid. Niet meer de statische opeenvolging van nummertjes. Die vernieuwing is trouwens ook de redding geweest van het klassieke circus in het westen. De theatrale invloeden van Cirque du Soleil zijn heel belangrijk geweest. Zij hebben poëzie en schoonheid aan het circus toegevoegd dat voorheen alleen maar spanning en sensatie bood. Cirque du Soleil is inmiddels wel op hol geslagen. Ze verdrinken daar nu in schoonheid. Bij ons heb je veertien topnummers, bij Soleil mag je blij zijn als er drie topnummers zijn en de rest is blabla.’
De kerstprogrammering ziet er meestal uitstekend uit. De achilleshiel van het moderne circus is echter de clown. Van der Meijden is de eerste om toe te geven dat hij vaak tijdens de clownsact een kopje koffie gaat drinken. ‘De clown is het aller-moeilijkst om te programmeren. Hij moet de ziel van het circus zijn, maar dat is hij zelden. Je kunt het niet leren, je moet het zijn, je moet als clown geboren worden. Je moet warmte uitstralen en de kunst van het weglaten beheersen. Er zijn heel veel clowns die leuk doen, maar niet leuk zijn. De clown van de huidige editie bevindt zich in de top van de eredivisie: de Amerikaan Bello Nock, met zijn haar dat als een plank omhoog staat. Hij is een van de slechts vier clowns die de afgelopen 33 jaar de Gouden Clown onderscheiding heeft gewonnen in Monte Carlo.’
Tot ongenoegen van de Partij voor de Dieren en andere liefhebbers van een dierenvrij circus heeft Van der Meijden ook dit jaar weer dieren in het programma opgenomen. Dé ster is de Brit Martin Lacey en zijn zestien leeuwen, waarvoor een half oerwoud achter Carré is ingericht. In de verzorging van de leeuwen gaat hij veel verder dan de Europese regelgeving op dat gebied.
Van der Meijden is stellig: ‘Circus hoort met dieren. Als het maar verantwoord is. Dus als Monica en ik maar goed kunnen slapen. Dat betekent dus geen beren of apen, want daar wordt bijna altijd fout mee omgesprongen. Ik ben altijd heel voorzichtig om een Russisch dierennummer op te nemen, omdat de Russische omgang met dieren niet past bij onze opvatting. Ze zitten vaak in kleine hokjes en worden door een Russische tante onverschillig te eten gegeven.’
Van der Meijden is tevreden over het programma van dit jaar, dat wordt opgedragen aan Oscar Carré, die honderd jaar geleden is overleden. De producent heeft alles kunnen krijgen waar hij op ingezet heeft. ‘Het is inmiddels een eer geworden om in Carré op te treden, waar het publiek je als het ware omarmt door de ronde vorm van de piste. De artiesten weten dat ze niet in Circus Wippie staan, maar in een programma met alleen maar A-acts. Daarnaast weten ze dat ze goed verzorgd worden in vijfsterren hotels. En tot slot kan ik ze in één pakket ook nog een engagement aanbieden in Stuttgart waar Stardust ook de circusprogrammering verzorgt.
‘Toen mijn partner Wout van Liempt en ik met het circus in Carré begonnen hebben we alleen op de kwaliteit gelet. Dat betekende in het begin dat we er geld op moesten toeleggen. Het is nu wel rendabel geworden, maar dan hebben we wel die 50.000 bezoekers in 43 voorstellingen nodig. Het BTW-percentage voor het circus is gelukkig nog steeds zes procent, dus we kunnen de kaartjes betaalbaar houden. Dat is belangrijk voor families. De circuskaartjes worden maar zelden per twee verkocht. Voor het circus koopt men vaak voor hele gezinnen en vrienden. In het email- en Facebook-tijdperk is het plezierig om met kerstmis echt contact te hebben. En iedereen weet: Het circus is nergens mooier dan in Carré.’

Wereldkerstcircus, van 22 december tot 9 januari in Koninklijk Theater Carré.