Yee-Haa! is dolgedraaide achtbaan…, met rust


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Yee-Haa! door Jochem Myjer, regie: Shireen Strooker, De Kleine Komedie Amsterdam. Tournee.

Aan het slot van de avond speelt Jochem Myjer een klassiek moppie op zijn viool. Als je niet beter weet denk je: wat een schattige, introverte, rustige krullenbol. Maar bij Jochem Myjer ligt alles een slag anders. Zijn theater-climax ligt bij absolute rust, zijn aanloop is een ritje in een dolgedraaide achtbaan. Na 35 minuten is het al pauze, en daar is het publiek hard aan toe.
Myjer is goed bevriend met Bert Visscher, die andere Noordelijke cabaretdraaitol. Je wordt al moe bij de gedachte van die twee bij elkaar. Het afgelopen jaar heeft Myjer vijf maanden met de Ziekte van Pfeiffer op bed gelegen. ADHD en Pfeiffer is volgens Myjer geen ideale combinatie.
In zijn derde soloprogramma Yee-Haa! speelt Jochem Myjer triviant in zijn eentje. Hij verzamelt de gekleurde driehoekige blokjes – prachtige opblaasbare en smaakvol belichte decorstukken – om zijn leven compleet te maken. Zo zijn er de blokjes salsa dansen met een negerin, altijd blijven lachen, en viool spelen. Voordat hij tevreden het laatste blokje in het doosje kan schuiven heeft deze geestige druktemaker (zijn vorige programa heette Adéhadé) zichzelf en het publiek helemaal uitgewoond met springen, joelen en buitelen. De presentatie van zijn familie, stuk voor stuk mensen waar een of meerdere steekjes aan los is, is hilarisch, net als de vocale K-3 manier waarop hij zijn bestelling bij de Chinees plaatst, en een schoolreisje met geschifte leerlingen. En bij alles wat Myjer doet, lijkt hij aangesloten op het electriciteitsnet.
Toch is er een aangename balans in het programma, waar regisseur Shireen Strooker verantwoordelijk voor is. Exact op de juiste momenten zingt hij een vertederend liedje over zijn levensgeliefde, waarvan hij hoopt dat ze nog niet zo snel op zijn pad moge komen. Ook met een aantal verdienstelijke imitaties (Herman van Veen, Stef Bos) schakelt hij terug naar een redelijk toerental, om daarna weer voluit te gaan.
Myjer laat zich op het podium niet uit over wat hij in de krant leest. Net als oudere vakbroeders als Bert Visscher en André van Duin laat hij dat over aan anderen. Hij wil dat zijn publiek zich verbaast en lacht, van begin tot eind. Dat lukt hem in een vrijwel vlekkeloos programma.