Zijlstra legt een dijk aan tussen jazz en kleinkunst


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

‘Stel je voor’ door Zijlstra, 26 november, De Kleine Komedie Amsterdam. Tournee.

Als Chet Baker en Miles Davis niet op zijn pad waren komen, was Jeroen Zijlstra waarschijnlijk nog steeds kabeljauwvisser op de Noordzee. Of misschien was hij via een omscholingscursus (de zee is ten slotte bijna leeg) bij een verzekeringsmaatschappij of een andere degelijke bedrijfstak in zijn geboortestreek in de kop van Noord Holland terecht gekomen. Maar de Amerikaanse trompettisten lokten hem naar het conservatorium in de grote stad.
Hij nam zijn vijftien jaren op zee en zijn jeugd op (het voormalige eiland) Wieringen in zijn koffer mee. Dat blijkt een onuitputtelijke inspiratiebron, want na drie cd’s en evenzoveel programma’s gaat het nog steeds over vis en het dorpsleven. Dat klinkt saaier dan het is, want de band Zijlstra beheerst meerdere muziekstijlen, van folk tot rock-jazz. Het hart van de band wordt gevormd door zanger/trompettist Jeroen Zijlstra en saxofonist/componist Rutger Molenkamp, die regelmatig de strijd aangaan op hun blaasinstrumenten. Nieuw op toetsen is de veelzijdige Pieter Jan Cramer, die met Oscar Peterson-achtige snelheid kan spelen, maar ook een rustgevend tapijt van vragende akkoorden kan neerleggen. Met hem erbij kan elke levenspijn worden verzacht, want volgens Jeroen Zijlstra heb je daar alleen een accordeon en een driekwartsmaat voor nodig.
Stel je voor is een melancholiek programma, waarin de ernst overheerst. De gesprekken met zijn vrouw, die predikante is, zullen daar wel mee te maken hebben. Slechts een enkele keer wordt het echt uitbundig, en ook dan met een serieuze ondertoon. Zoals in het lied over de palingvissers (die ‘al jaren bot vangen’) in een lekker Mex-Tex-ritme, en in www.romeozoektjulia.com, over de digitale liefde. Dat lied is het hoogtepunt van de avond voor drummer Nout IngenHousz, die er geweldige tegendraadse ritmes tegenaan gooit.
Veel contemplatie dus, want Zijlstra beseft dat zijn geboortestreek niet meer hetzelfde is nu de visserij op z’n gat ligt en de tieners niet meer op Puchs en Zündapps rondrijden. Daar kun je dan wel in stijl over treuren. Het lied over deze jeugdige Easy Riders in de polder, op het akkoordenschema van David Crosby’s Almost cut my hair is wonderschoon.
Op de speellijst van Zijlstra staan een jazzclub in Edam en Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Daar komt deze band mooi tot z’n recht, maar het is nog mooier dat Zijlstra een interessante dijk heeft aangelegd tussen de jazz en kleinkunst.