Moeizame avond voor onbeholpen Thé Lau


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

‘Duidelijk zingen, hè!’
Na twee liedjes van Thé Lau houdt iemand in het publiek het niet meer uit en brult zijn ongenoegen door de zaal. Er is werkelijk geen woord te verstaan van het dronkenmangemompel van Lau in zijn solostukken. Ook het eerste duet met Maria de Fátima (een Nederlands/Portugese versie van Jacques Brels La chanson des vieux amants) zingt hij aan gort. Het is een krakende betonmolen, die moeite heeft met het ritme naast een fris klaterende beek.
Lau lijkt zich de kritiek aan te trekken, want een kwartier later laat de man uit het publiek wederom van zich horen: ‘Dank u, uw stem wordt steeds beter.’ En inderdaad, Lau klinkt wat scherper, maar het is toch vooral de begeleiding die zijn nummers kracht geven.
Het is een moeizame avond voor Lau, die naast de gratie van Maria Fátima een zo mogelijk nog onbeholpener podiumindruk maakt dan gebruikelijk. En het leek zo’n mooi idee: de fado, het Portugese levenslied, combineren met de rauwe minimal-polderblues van Thé Lau. Fátima, die in de jaren tachtig in Amsterdam is neergestreken, toont zich een waardig beschermster van het erfgoed van Amália Rodrigues. De melancholie komt uit haar tenen.
Ondanks de interessante dramatische overeenkomsten tussen het Nederlandse en Portugese levenslied botsen de uitvoeringen in dit programma heftig. Voor Thé Lau pakt het een beetje sneu uit. Als gitarist wordt hij finaal weggespeeld door de twee snarenbegeleiders van Maria Fátima, met name door de Catalaanse gitarist Aleix de Gispert, en als zanger steekt hij toch wel erg schril af bij zijn vrouwelijke collega. En zo krijgen we voor de prijs van een, zowel een vier- als een tweesterrenvoorstelling voorgeschoteld.

***
Maria de Fátima & Thé Lau: Tussen Amstel, Schelde en Taag, 18 januari in De Kleine Komedie, Amsterdam. Tournee tot eind februari.