In de openingsscène van de theaterversie van Monty Python’s Flying Circus probeert een klant een bed aan te schaffen, maar wordt door het volstrekt geschifte personeel tot razernij gedreven. Het doet denken aan de mensen die tot hun spijt een abonnement hebben genomen op internetbellen bij de KPN. Het consumentenprogramma Kassa heeft de afgelopen maanden regelmatig aandacht besteed aan de surrealistische manier waarop de KPN-klantenservice de klagende klanten heeft behandeld. De werkelijkheid is vaak minstens zo absurd als de vruchten van de fantasie.
Zoals in de popmuziek sprake is van een pre- en post-Beatles-tijdperk, zo kent ook de humor een punt van totale ommekeer: de vijf intelligent doorgedraaide komieken van Monty Python. Er is wel een aanloop geweest in de vorm van The Goon Show (met o.a. Peter Sellers en Spike Milligan), die weer een sterke Marx Brothers-tik hadden, maar door de vier BBC-seizoenen (vanaf 1969) en films van John Cleese, Eric Idle, Graham Chapman, Terry Jones, Michael Palin, met het maffe grafische werk van Terry Gilliam weten we pas echt wat absurde humor is. Geen enkele komiek kan zonder droge ogen beweren dat hij niet op de een of andere directe of indirecte manier is beïnvloed door de feestelijke doolhofhumor van Monty Python, waarbij het ontbreken van enige logica consequent wordt volgehouden.
In Nederland zagen we de invloed bij uiteenlopende komieken als Freek de Jonge, Waardenberg & De Jong, André van Duin en Droog Brood. En natuurlijk bij Vlamingen als De Nieuwe Snaar, Kamagurka en Wim Helsen. Een katholieke achtergrond is namelijk een vruchtbare bodem voor wonderlijk theater.
We zijn de laatste decennia dus wel het een en ander gewend op het gebied van absurdisme. Een vertaling van Monty Python is dan een hachelijke onderneming, ook al is het in Frankrijk al eens een succes geworden. Maar de ongekende kwaliteit van de sketches, de sterke vertaling/bewerking van Barbara van Kooten en het komisch talent van de vier acteurs leveren een geweldige avond op.
Een aantal bekende en minder bekende sketches zijn tot een soepel geheel gesmeed, waarbij de Kafkaiaanse strijd tegen de onbegrijpelijke maatschappelijke regels het uitgangspunt is. Het is ongemakkelijk zweten en lachen bij een frustrerend sollicitatiegesprek, een onovertroffen scheldpartij en een prachtige monoloog van Eva Van der Gucht, die het absurdisme een filosofisch tintje geeft.
De spelers zitten niet vast in een bepaalde rol van een van de Python-mannen, en koninklijke hoogstandjes als de Silly Walk van John Cleese zijn wijselijk uit de weg gegaan. Daarom wordt de toeschouwer niet gedwongen tot een vergelijking en is deze Nederlandse versie een origineel monumentje voor het absurdisme.
Monty Python’s Flying Circus door Bos Theaterproducties, teksten: John Cleese e.a., vertaling: Barbara van Kooten, regie: Mark Timmer, Schouwburg Leiden 8 maart. Tournee tot half juni.