Brouwers is niet echt een sprankelende podiumpersoonlijkheid


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Beste meneer Halsema door Marijn Brouwers, regie: Ruut Weissman, Theater Bellevue Amsterdam, 24 juni. Tournee.

***

Moeder zit met de pan geschilde piepers op schoot. Het is1984 in het Brabantse Beek en Donk. Het VARA radio-programma Wie in het Nederlands wil zingen staat aan. Presentator Herman Stok vertelt dat Frans Halsema op 44-jarige leeftijd is overleden. Moeder huilt en de 9-jarige zoon Marijn snapt niet waarom.
Jaren later, als student van de Academie voor Kleinkunst in Amsterdam, raakt Marijn Brouwers in de ban van Halsema. Niet alleen muzikaal slaat de vonk over, maar hij blijkt ook in dezelfde straat te wonen waar Halsema heeft gewoond, heeft ook een litteken op zijn kin en hij draagt dezelfde naam als de zoon van zijn held. Ook de karakters lijken overeen te komen: vrolijk en volks, met een melancholieke inslag. Veel liedjes van Halsema gaan over het verval en de vergankelijkheid, alsof hij aanvoelde dat hij niet oud zou worden.
In Beste meneer Halsema schrijft Brouwers een brief aan Halsema en zingt zijn repertoire. Aan het eind van de brief stelt hij de vraag of ze wellicht vrienden hadden kunnen zijn geweest. Een aardige opzet, maar de vorm is na een half uurtje wel doodgebloed. Vooral omdat Brouwers niet echt een sprankelende podiumpersoonlijkheid is. Hij komt vriendelijk en aardig over, heel vriendelijk en heel aardig.
En dan is het link om je aan Halsema’s repertoire te wagen. Want ook al had Halsema een warme stem, er zat altijd wel een klein likje venijn en ironie aan. En dat ontbreekt bij Brouwers. Hij zingt zo netjes, met lang uitgerekte laatste lettergrepen van de zin, en net iets te veel vibrato. De hoge tonen komen (ondanks zijn cum laude diploma van het conservatorium in Tilburg en finaleplek in Op zoek naar Zorro) nogal iel uit zijn strot.
Op de cd die zojuist is verschenen klinkt Brouwers nog een tikje braver dan op het podium. Live slaat hij gelukkig wat meer een Ramses Shaffy-toon aan in het levenslustige lied Springlevend. Maar het echt uitbundige gaat hem toch lastig af.
Grote verdienste van Brouwers is natuurlijk dat hij het prachtige repertoire uit de solotijd van Halsema, met veel teksten van Michel van der Plas, weer tot leven heeft gewekt. Ook al zingt hij over een DC9, Drees en Carmiggelt, de liedjes staan nog steeds als een huis. Maar Brouwers had wel iets meer aan de voorgevel mogen doen.