De Vleselijke Woning van Adèle


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Het was bijna eng toen kleinkunststudente Eva Smid opkwam. Daar stond een piepjonge spitting image uitgave van Adèle Bloemendaal, met dezelfde nasale Jordanese stem. En dan zong ze ook nog uitdagend dat ze alles had om artiest te worden, waarmee ze vooral haar strakke lichaam bedoelde.
Wel een beetje wrang als opening van de feestmiddag van de Blijvend Applaus Prijs, die is ingesteld om artiesten in ruste te eren voordat ze definitief in de vergetelheid raken. Winnares Adèle Bloemendaal (1933) heeft ten slotte altijd koppig geweigerd om ouder te worden. Maar deze harde confrontatie met de jeugd kon ook worden opgevat als een aardige relativering van het gevecht tegen de tijd. Hans Dorrestijn en Martin van Dijk (die veel voor Bloemendaal heeft gecomponeerd) deden er in het lied Vleselijke woning nog een schepje bovenop: Want een mens woont in zijn lichaam/Maar hij heeft het maar te huur/En de grote stille huisbaas/Blijkt hardvochtig op den duur.
De Stichting Blijvend Applaus, die om de twee jaar een ‘uitgewerkte’ podiumkunstenaar eert had een prachtig programma samengesteld voor de diva, die zelf ook aanwezig was. De uitsmijter was een voorproefje van de remake van de succesvolle televisieserie ’t Schaep met de 5 Pooten, die de KRO vanaf 23 december zal uitzenden. Loes Luca neemt de plaats in van Adèle Bloemendaal als Door, de uitbundige Amsterdamse wasserettebazin.
Door haar grillige gedrag en gezondheidsperikelen zijn nogal eens wat programma’s in de problemen gekomen en heeft zij collega’s en schouwburgdirecteuren vertwijfeld achtergelaten. Maar het overzicht van wat Adèle Bloemendaal heeft gedaan is een grootse aaneenschakeling van amusementshoogtepunten. De jury van de Blijvend Applaus Prijs noemt haar robbedoes en grande dame, baldadig en chic, literair en liederlijk, stout met stijl. Ruim vijf uur van dat materiaal is verzameld op de dvd Van de gekken, die gisteren werd gepresenteerd.
Adèle Bloemendaal maakte deel uit van Cabaret Lurelei, samen met Frans Halsema en Gerard Cox speelde ze het legendarische programma Met blijdschap geven wij kennis, en maakte met Rob Touber opmerkelijke televisieshows. In het theater kwam ze tot haar beste prestaties na haar vijftigste, toen haar kind de deur uit was. Jacques Klöters, de motor achter een aantal grote shows, en door Bloemendaal liefdevol ‘cabaretpooier’ genoemd, vertelde hoe zij het mooiste werk uit tekstdichters naar boven wist te halen. De meesten waren op haar feestje in Amsterdam aanwezig, zoals Frans Mulder (met de klassieker Jaloezie), en Flip Broekman, schrijver van het Vingerlied. Drs. P., die een aantal carnavalskrakers met allure voor haar heeft geschreven, galmde een warm lofdicht door de zaal, waarbij den getrokken, vertelt in de foyer na afloop hoe plezierig het is om je ‘begeerd’ te voelen. Hans Dorrestijn herinnert zich dat hij als leraar Nederlands in Wageningen doodongelukig was (‘De kinderen kropen als kakkerlakken door het lokaal.’), maar door een telefoontje van Adèle het leven weer aankon.