Han Römer heeft behoefte aan stilte én rumoer


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Regionale dagbladen

Het lijkt niet echt waarschijnlijk dat een meisje, dat met beide benen op de grond staat, warme gevoelens van genegenheid zal krijgen als haar geliefde voor haar dicht: ‘Wat kon zaliger voor mij zijn/Dan, onder hels geratel en gestamp/Met u verplet te worden door één trein.’
De morbide poëet is de negentiende eeuwse dominee François HaverSchmidt, of beter, zijn dichtende alter ego Piet Paaltjens, die bij het poëzieminnende volk bekend is van zijn bundel Snikken en Grimlachjes. Dit seizoen kan de theaterbezoeker kennismaken met het inventief aangeklede, bizarre levensverhaal van deze gespleten persoonlijkheid, die zich uiteindelijk ‘overgaf aan zijn worgengel.’ Han Römer, een van de motoren achter de theatergroep De Ploeg (met Titus Tiel Groenestege, Genio de Groot en de mannen van cabaretgroep NUHR) regisseert de muziektheaterproductie Piet Paaltjens.
Drie maanden per jaar verblijft Han Römer (Amsterdam 1948) als een overtuigde natuurliefhebber in de ruige Spaanse Sierra Nevada. De rest van zijn tijd brengt hij door in het bruisende Nederlandse theaterleven. Is er sprake van een vergelijkbare schizofrenie bij Römer als bij HaverSchmidt?
Thuis in een Amsterdamse volksbuurt wuift hij die vergelijking weg. ‘Als geboren en getogen Amsterdammer heb ik in Spanje het platteland ontdekt. In 2004 heb ik een streep in mijn agenda gezet voor een sabbatical year. Ik besefte dat later niet bestaat. Dus als je iets wilt, doe het dan meteen. In Zuid Spanje heb ik de ideale plek gevonden. Ik ben helemaal niet sentimenteel, maar ik kan werkelijk ontroerd raken door het uitzicht op 1400 meter hoogte. Ik vind het geweldig om uren te lopen en bomen te hakken op mijn anderhalve hectare. Het bijbelse gevoel van ‘in het zweet des aanschijns’ het land bewerken blijkt toch meer aan mij besteed dan ik had gedacht.’
Maar naast dat trage leven kan Römer helemaal opgaan in de samenwerking met de druktemaker Bert Visscher voor het Zuidelijk Toneel, een nieuwe productie met de mannen van De Ploeg of, zoals nu, de voorstelling over Piet Paaltjens. ‘Daardoor ben ik nog geen gespleten figuur. Bij mij is het een verstrengeling van de behoefte om zowel alleen als sociaal te zijn. Ik hou van stilte én rumoer.’

Theo Nijland Fotograaf Ben van Duin

Theo Nijland Fotograaf Ben van Duin

Rumoer is verzekerd met de groep waarmee hij werkt aan het stuk over de melancholieke dominee/dichter. Het idee van de voorstelling is afkomstig van zanger-componist Theo Nijland, die de laatste jaren is uitgegroeid van een in kleine culturele kring hoog gewaardeerde tegendraadse artiest tot een gerenommeerde smaakmaker. Daarbij sloten zich aan: cabaretier Daniël Samkalden, acteur Porgy Franssen en zijn zus, de gitariste Olga Franssen, opera- en concertzanger Maarten Koningsberger, die ook wel eens wilde acteren, en het schrijversduo Ton Vorstenbosch en Kiek Houthuijsen. Aan Han Römer de taak om deze uiteenlopende talenten en karakters bij elkaar te houden en een mooie voorsteling af te leveren, waarin de dood een centrale rol speelt.
‘Als dominee is HaverSchmidt een tamelijk saaie, depressieve man. Ik zie hem in zijn pak eindeloos over het laagland uitkijken. Zijn gedachten gaan terug naar zijn jeugd, toen hij het leuk had als student. Hij had toen een alter ego bedacht dat alles kon zeggen wat niet paste bij een theologiestudie. Maar als keurige dominee die niet aan de huishoudster mag zitten moet hij af van de dichter. Het is de vraag of hij zijn literaire bedenksel heeft vermoord of zijn alter ego hém de das heeft omgedaan.’
Wie het oeuvre van Han Römer kent, zal zich wellicht herinneren dat de Friese dominee ook al voorkwam in de voorstelling De Olifantsdracht met Titus Tiel Groenestege. Hij werd daar opgevoerd als de schrijver van het boek Oera Linda, waarin zogenaamd werd bewezen dat de oorsprong van de Westerse beschaving niet in het oude Griekenland maar in het oude Friesland ligt. Voor Römer wordt met de voorstelling over Paaltjens nu dus een cirkel rond gemaakt.
De samenwerking met Titus Tiel Groenestege leverde begin jaren negentig een frisse combinatie op van de diepgang van het toneel en de intelligente vrolijkheid van het cabaret. Met deze vorm bleken zij trendsetters met onder meer Van Houts & De Ket en NUHR in hun kielzog.
Het duo Römer-Groenestege speelde in drie voorstellingen mannen die greep probeerden te krijgen op het leven. Is dat Han Römer inmiddels gelukt?
‘In het theater heb ik al mijn ambities vervuld, als acteur, schrijver en regisseur. Ik opereer op het hele scala, kan de projecten uitkiezen die ik interessant vind en ik werk met de mensen die ik leuk vind. Ik heb een lieve vrouw, een hond en genoeg vrije tijd om in Spanje door te brengen. In mijn werk kan ik het natuurlijk niet gebruiken, want ik moet tobben en steeds tegen dezelfde bierkaai vechten, maar het schiet zo nu en dan door mijn hoofd dat ik eigenlijk gelukkig ben.’
Vrijwel in één adem wordt het geluk door Römer weer danig gerelativeerd. ‘Wij maken deel uit van een kleine elite die de afgelopen zestig jaar zonder oorlog steeds rijker is geworden, terwijl miljarden anderen moeten vechten om in leven te blijven. Ik heb wel de honger in de Jordaan in de jaren vijftig gekend, maar dat is toch van een andere orde. Dan zou je kunnen zeggen: ‘Lul, doe je handen uit je zak en doe er wat aan.’Maar ik moet eerlijk bekennen dat ik geen putten ga slaan in Afrika of de corruptie in Mexico ga bestrijden, want dat zou mijn prettige leventje te veel verstoren. Daarbij geloof ik dat de wereld niet door mensenhand te verbeteren is. Integendeel, mensen maken de wereld lelijker, ondanks de goede bedoelingen. Alleen een grote catastrofe kan de wereld veranderen. Dan kan de cyclus weer opnieuw beginnen. Daarom beperk ik me tot het theater, waar ik iets teweeg wil brengen , wat een beetje doorsuddert in de hoofden van het publiek. Maar ook dat vervliegt. Als alcohol. Je wordt dronken, je krijgt een kater en dan is het weer over.’

Piet Paaltjens door Hummelinck Stuurman, met Porgy Franssen, Theo Nijland, Daniël Samkalden, Maarten Koningsberger en gitaristen Olga Franssen en Esther Steenbergen. Tekst: Ton Vorstenbosch en Kiek Houthuijsen, regie: Han Römer.