Here’s looking at you kid


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Het Parool 7 juni 2019

 

foto Raymond van Olphen

‘Here’s looking at you kid.’
Het is waarschijnlijk het meest bekende citaat uit de film Casablanca uit 1942. Humphrey Bogart sprak zijn tegenspeelster Ingrid Bergman op de set altijd aan met ‘kid’, en zo is het zinnetje, dat niet in het oorspronkelijke script stond, op verschillende momenten door Bogart in de film gekomen. En nu ook in de muziektheatervoorstelling Casablanca met Stefan Rokebrand in de hoofdrol, op 8 en 9 juni te zien in DeLaMar. We spreken Rokebrand heel toepasselijk in filmmuseum Eye.
Bogart speelt Rick, een Amerikaan met een schimmig verleden, die in oorlogstijd een café/goktent heeft in Casablanca. Frans Marokko wordt na de Duitse overwinning op Frankrijk gecontroleerd door de pseudo onafhankelijke Vichy regering en is de tussenstop voor vluchtelingen uit Europa. Vanuit Casablanca hoopt men naar het neutrale Portugal te vliegen om daarna naar de Verenigde Staten door te reizen. Rick komt in Casablanca stomtoevallig Ilsa tegen, een oude geliefde uit de tijd dat het in Parijs nog zonder de Duitsers vrolijk was: ‘Of all the gin joints, in all the towns, in all the world, she walks into mine.’
Maar het is toch vooral ‘Here’s looking at you kid’ dat ons meteen naar de film Casablanca brengt. Dat geldt ook voor Stefan Rokebrand: ‘Zelfs meester hertaler Jan Rot kon geen goede vertaling bedenken, en daarom hebben we het Engels behouden. In de film komt de vertaler voor de ondertiteling niet verder dan ‘Op je gezondheid’ of ‘Ik drink op je geluk’, maar daarmee wordt de nuance gemist. De eerste keer heeft het zinnetje een romantische klank als Rick en Ilsa in Parijs zijn, later in Marokko zit er veel meer weemoed in. Het is prachtige zin, maar er zit ook een badinerend macho-gevoel achter. Dat moesten we dus in de theaterversie wel met een knipoog brengen om het geloofwaardig te houden. De film is zo gemystificeerd, men denkt dat de vonken er vanaf vlogen tussen Bogart en Bergman. Maar als je de film nu ziet, dan spat de passie er echt niet van af. In een grote film zou een liefde er nu anders uit zien. We moesten de liefdesrelatie van mij en Jamie Grant, die Ilsa speelt, wel naar 2019 trekken, wat heftiger maken.’
De rechten van de film waren niet beschikbaar, maar de rechten van het toneelstuk Casablanca, the Gin Joint Cut van de Briste Morag Fullarton wel. Producent Inge Bos kreeg hiermee ook de toestemming van Warner Bros om een deel van de tekst van de film te gebruiken voor het toneel. In het toneelstuk van Fullarton zien we acteurs die de grote lijn van de film naspelen en voor aanvang en in de pauze commentaar leveren op de toneeltekst. Het is een opgewekte, bijna kolderieke voorstelling. Regisseur Madeleine Matzer heeft voor de Nederlandse versie vooral ruimte gemaakt voor het vluchtelingenverhaal en actueel commentaar daarop van de spelers.
Rokebrand: ‘In mijn herinnering was Casablanca een romantisch dweilverhaal, een Gone with the wind achtig-ding, maar het gaat over wezenlijke maatschappelijke ethische vraagstukken. Daar zetten we op in met deze bewerking. Het is heel schrijnend dat het in de film over een vluchtelingenstroom gaat van Europa naar Noord Afrika, en twee generaties later is de vluchtelingenstroom precies de andere kant op. Het publiek voelt die link naar het heden. We merken echt dat de mensen onder de indruk zijn.’

foto Raymond van Olphen

In deze Droste-situatie, waarin acteurs acteurs spelen heeft Rokebrand in de pauze misschien wel de meest prikkelende tekst als het huidige vluchtelingenprobleem ter sprake komt: ‘Af en toe moet de bezem er even doorheen. Ja, er zit een kleine fascist in mij.’
Die opmerking was voor de jonge spelers van de cast moeilijk te slikken, want het publiek zou wel eens kunnen denken dat deze opvatting o.k. is. Rokebrand heeft ook geworsteld met deze tekst, maar moet eerlijk erkennen dat er ook werkelijk een kleine fascist in hem huist. ‘Ik geloof dat in iedereen een kleine fascist zit. Door de omstandigheden maak je bepaalde beslissingen. Ik heb een dochter en daardoor ben ik banger geworden. Soms voel ik in een flits gedachten opkomen die ik nooit bij mezelf had verwacht. Moordneigingen. Je leest van een ontsnapte tbs’er die iemand op gruwelijke wijze heeft omgebracht, en dan denk ik aan de doodstraf. Daar ben ik faliekant tegen, maar ik herken de oprisping. Ik geef die kleine fascist in mij niet al te veel ruimte, en moet er ook niet naar luisteren. Maar je moet je wel realiseren dat die er zit, want anders wordt hij lelijk. Ik weet ook dat er een Gandhi in mij zit, en die heeft vaker gelijk dan de kleine fascist.’

Casablanca, 8 en 9 juni in DeLaMar