Inspiratieloze Polderman lijkt er zelf niet in te geloven


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Een blik op het decor maakt direct vrolijk. Een buitengewoon burgertruttig tuintje met speelgoed konijntjes en een kingsize paddenstoel, en dreigend in de hoek een kettingzaag. Het is Katinka Polderman in een notendop: lieflijk en snoeihard tegelijk. Althans, zo kennen we de Zeeuwse uit het verleden.
Bij haar debuut overrompelde Polderman als het opstandige en op seks beluste kind van Brigitte Kaandorp en Joop Visser. Ook haar tweede programma beukte er plezierig in. Haar grove, maar toch liefdevolle en taalgevoelige liedjes trilden nog lang na.
Vol verwachting klopte daarom het hart voor nummer drie. Wat een teleurstelling, wat een slappe vertoning. De titel die de lading van dit programma dekt luidt: Polderman valt door de mand.
En dan hebben we het niet over de haperingen in de liedteksten en ook niet over de totale black out waardoor ze niet meer op een melodie kon komen. Nee, we hebben het over een waardeloos verhaal en grotendeels flutterige liedjes.
Polderman deelt aan het begin van de avond twee hesjes uit aan bezoekers die het publiek onder hun hoede moeten nemen als er een ramp uitbreekt. Een milieuramp? Een oorlog? Wat ons boven het hoofd hangt blijft onduidelijk, maar dat de ramp gaat komen, dat is zeker.
Ja, er komen wat knallen en de burgers moeten even onderduiken, maar uiteindelijk is het programma van Polderman zelf de echte ramp. Het infantiele onheilsverhaal wordt tussen alle liedjes verder uitgemolken, maar het is stomvervelend. Geen enkele originele gedachte, geen spanning, geen wendingen. In haar eerste twee programma’s werkte haar lijzige, zeurderige intonatie heel komisch bij sterke oneliners. Bij conferences, en zeker zulke langdradige, werkt het contraproductief en lijkt een afspraak met de logopedist aan te raden.
We hebben het wel vaker gezien: het derde-programma-syndroom, maar zo bont als Polderman het maakt is wel uitzonderlijk. Het lijkt ook alsof ze er zelf niet in gelooft, zo inspiratieloos komt Polderman over. Vaak geeft ze in de eerste zin de clou al weg, zoals in het liedje over haar dode hond: ‘Een urn hoef je niet uit te laten.’ Vervolgens blijft ze drie coupletten in hetzelfde stramien hangen, terwijl het lied juist een knallend slotcouplet nodig heeft dat alles op z’n kop zet.
Eventjes ontvlamt ze in een lied over haar geliefde die het verrekt om te beffen (‘zelfs niet effe’), een absurd lied over een ongebruikelijke groente, en een aanklacht tegen de vele beschermende regeltjes: ‘D’r zal eens iemand dood gaan in dit land.’ Met wat goede wil valt uit de avond een aardig liedjesprogramma van een klein kwartiertje te destilleren. Een leuk voorprogramma voor een cabaretier die wel iets te melden heeft.

**
Polderman tuigt af door Katinka Polderman, regie: Eva Bauknecht, Schouwburg Amstelveen 15 januari. Tournee.