Knullig volkstoneel over watersnoodramp 1953


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Het eerste slachtoffer in het dorp is gevallen. Een jongeman is in het kolkende zeewater gezogen, terwijl hij met wat zandzakken de dijk probeerde te verstevigen. De moeder van het verdronken kind zingt: ‘Mijn hele leven is uit evenwicht.’ De wachtmeester, een doortastende agent uit Twente die een week voor de ramp naar Zeeland is overgeplaatst, is nog knallender in zijn emoties: ‘Wat vannacht gebeurde kan ik niet verteren.’ Mijn God, hoe krijg je het uit je pen? De grootste ramp van de afgelopen eeuwen in Nederland, en zo drukt men zich op zo’n moment uit. Nou, dacht het niet.
Eind januari in een Zeeuws vissersdorp. De radio voorspelt zwaar weer, maar de dorpelingen zijn wel wat gewend en hebben andere zaken aan hun hoofd. De starre herenboer/dijkgraaf Jacobse (Ben Cramer) ruziet met zijn opstandige zoon die wil trouwen met een boerenmeisje, en de burgemeester (Filip Bolluyt) en zijn vrouw (Marleen van der Loo) bereiden een feest voor ter gelegenheid van de opening van een nieuw stadhuis. Als de hel losbreekt op 1 februari, een combinatie van springtij en een zware noordwesterstorm, is niemand voorbereid.
Een gedurfd, maar prachtig onderwerp. Het nodigt uit om er alle technische hoogstandjes tegenaan te gooien, zoals eigenlijk alleen Van den Ende dat financieel zou kunnen, of je kunt van de nood een deugd maken en kiezen voor beklemmende soberheid. Van Hoorne Theaterproducties is daartussenin gaan zitten en dat is volkomen mislukt.
Het is een opeenstapeling van foute keuzes. Aan de ene kant heeft men in het decor zoveel mogelijk bordkartonnen realisme gestopt. Dat is overbodig en krachteloos. Het betekent een oeverloos gesjouw met muren, dijken en kroeginterieurs, en dus veel irritante muziekjes om de changementtijd op te vullen. Aan de andere kant staat de wachtmeester in de loeiende storm en blijft zijn petje keurig op zijn hoofd, en het cafeetje aan de haven lijkt op een gigantische berg te staan, want op een ingewaaid ruitje na is daar niets van het water te merken dat het hele dorp heeft weggespoeld.
Floris de Haan en Bas van den Heuvel hebben (helaas niet live gespeelde) muziek geschreven die in een musical met betere tekst en betere regie en minder knullig decor zeker zou hebben voldaan. Joke de Kruijf, Marcel Smid (als wachtmeester) en Ben Cramer zorgen zelfs voor enkele momenten van muzikaal genot, ook al wordt soms pijnlijk duidelijk dat de componisten zich wel erg hebben laten meeslepen door de muzikale trucs van Andrew Lloyd Webber.
Maar het grootste mankement zit in de zouteloze tekst, waarmee een ijzersterk verhaal om zeep wordt geholpen. Het is goed dat de schuldvraag over het slechte onderhoud van de dijken aan bod komt, maar er is geen enkele spanning. Op het podium staat een verzameling karikaturen. Fantasieloos zijn de good guys tegenover de bad guys geplaatst.
De emoties in de musical 1953 komen vrijwel nooit uit de tekst, maar worden geforceerd door stemverheffing of aanzwellende muziek met een overdaad aan violen. Regisseur Bas Groenenberg heeft de spelers in een knullig volkstoneel-keurslijf geperst. Alleen Joke de Kruijf, als kordate schippersvrouw weet haar tekst om te buigen naar het niveau waarvoor je naar de schouwburg komt.

**
1953, De Watersnoodramp door Van Hoorne Theaterproducties, script en tekst: Michael van Hoorne en Bart Mijnster, muziek: Floris de Haan en Bas van den Heuvel, regie: Bas Groenenberg. Stadsschouwburg Middelburg 1 februari. Tournee tot medio mei. www.1953demusical.nl

Ingezonden brieven:

 

Patrick van den Hanenberg, geboren in rampjaar 1953, uit in zijn zurige recensie in de Volkskrant van vandaag onterechte kritiek op 1953 De Musical. Ik ben bij de première geweest en meen hierdoor dus recht van spreken te hebben. Zeker voor een geschiedenis leraar is zijn kritiek merkwaardig.

  • Het taalgebruik was 1953 heel anders dan vandaag de dag; zeker emoties uiten was heel ongebruikelijk. Het in zekere zin afstandelijke taalgebruik geeft juist een heel goed sfeerplaatje. Hiervoor moet je je wel in de geschiedenis verdiepen…
  • Wanneer het door Patrick gewenste spektakel er wel was geweest, dan was de kritiek waarschijnlijk geweest dat de “emotie ten onder ging in de special effects”. Nu niet. Ik zag vanaf rij 3 hoe goed de emotie werd overgebracht.
  • Doordat ik mij liet meenemen in het verhaal stoorde de pet van de veldwachter mij niet. Je moet toch wel heel fantasieloos zijn om hier aanstoot te nemen.
  • De pers kreeg naar afloop de gelegenheid om op het podium foto’s te nemen. Deze gelegenheid had Patrick even moeten aangrijpen om het decor eens goed te bekijken. Heb ik (stiekem) wel gedaan. Geen bord karton, maar een echte kast en echt meubilair. Dit was dus heel realistisch. Maar dit realisme werd door Patrick niet gewaardeerd, door het onrealistische van een petje dat bleef staan. Het is dus kritiek om de kritiek.
  • Nee inderdaad geen live muziek, geen dure special effects. Dat ook niet bij een musical waarvoor een kaartje € 29 kost. Voor Mary Poppins moet je eerst vele kilo’s CO2 de lucht in jagen (afkomstig van 125 liter Total benzine) om maximaal € 100 korting voor 4 personen te kunnen krijgen. Deze korting is genoeg voor 4 kaartjes voor 1953. Zonder CO2 uitstoot die tot nieuwe overstromingen zou kunnen leiden. Dat is meer in de geest van de Volkskrant, meen ik: betaalbaar theater voor een breder publiek. Maar ja, wat weet een recensent van prijzen. Hij mag er gratis in en geeft dan stank voor dank.

Het zou Patrick passen om wat genuanceerder met zijn verslagen om te gaan. Hij heeft recht op zijn mening, maar het zou hem sieren om een en ander in de juiste context te plaatsen. Dat is toch de essentie bij een goede geschiedenisleraar?

 

Met vriendelijke groet

 

Gert Laman

 

-o-o-o-o-o-o-o-o-

 

 

Geachte heer Hanenberg,

 

Met verbazing nam ik kennis van uw recensie over ‘1953 De Musical’ in de Volkskrant van 3 februari.

Met name de ‘zouteloze teksten’ (aardige woordspeling overigens) moesten het ontgelden.

Uiteraard is, om in deze trant door te gaan, smaak een persoonlijk iets. Het effect van de teksten, en dan met name de liedteksten, mag mijns inziens toch ook een belangrijke rol spelen in de beoordeling ervan.

 

Zelf heb ik de watersnoodramp meegemaakt en zijn er in mijn familie helaas ook slachtoffers gevallen. Omdat ik zelf geraakt was door de voorstelling, ben ik na afloop van de première heel specifiek op zoek geweest naar de reacties van anderen die ook persoonlijke ervaringen hebben uit 1953.

 

En dan zal het u misschien verbazen, hoeveel emoties deze voorstelling bij hen opgeroepen heeft. Niet door de harde muziek of andere vermeende trucs, maar juist door de schitterende teksten van Bart Mijnster. Te twisten valt uiteraard over het literaire niveau, maar niet te twisten valt over het effect op ons, de overlevenden van de ramp: het was waardig, respectvol en sloeg een emotionele brug met onze eigen ervaringen.

 

Ik neem toch aan, dat dit gegeven enig belang mag hebben bij de beoordeling van de kwaliteit van een theatervoorstelling.

 

Kees Osseweijer