Net iets te veel meligheid bij Nederlandse Monty Python


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Linda Wagenmakers heeft het belang van haar rol overschat. Zij is als musicalster (Kim in Miss Saigon) de cast van Spamalot ingelokt, maar de schijnwerpers staan vrijwel constant gericht op Koning Arthur en zijn ridders. Als zij het na de pauze zat is om nog langer werkloos op haar kruk in de coulissen te moeten wachten springt ze naar het midden van het podium en barst ze uit in het meesterlijke Waar blijft in vredesnaam mijn rol?
Het is een van de momenten waarop de Monty Python-kolder prima werkt, zeker omdat Wagenmakers voluit gaat in haar woede zonder dat haar zangkwaliteit eronder lijdt. Voor dit soort speldenprikken richting de gevestigde musicalcultuur kreeg Spamalot in 2005 de Tony Award voor de beste musical op Broadway.
Python Eric Idle maakte met Spamalot een maffe theaterbewerking van de film Monty Python and the Holy Grail uit 1975. John Cleese en de zijnen nemen in die film op hun eigen wijze het verhaal van Koning Arthur onder handen en die vrolijke onzin bleek heel goed naar het theater te vertalen. Idle en componist John Duprez verwerkten er talloze verwijzingen in naar klassieke musicals, zoals Anatevka en Les Misérables, en staken de draak met de voorspelbare musicalelementen, zoals het liefdesduet met de eeuwige modulaties en de reprises. Deze ironische benadering was een paar jaar eerder al minstens zo succesvol toegepast in Urinetown.
Voor de Nederlandse bewerking heeft producent Albert Verlinde vooral mensen uit de komische hoek gezocht, zoals Paul Groot en Owen Schumacher van Koefnoen, Pepijn Gunneweg (Ashton Brothers) en Johnny Kraaijkamp. Hoewel – of misschien wel juist omdat – het Koefnoen-koppel de musicalsoeplesse mist, slaan ze in Spamalot een goed figuur. Schumacher blinkt onder meer uit als de Franse ridder die Arthur en zijn mannen vanuit zijn onneembare kasteel flink uitscheldt.
In de vertaling (Vlaming Stany Crets) en hertaling (Allard Blom) zijn natuurlijk de nodige Engelse grappen gesneuveld. Meestal pakt dat goed uit, maar in het nummer You won’t succeed on Broadway if you don’t have any Jews is de situatie in het geheel naar het Nederlandse televisie-sterrendom vertaald en dat wordt wel erg inteelterig melig.
Die meligheid doet de productie uiteindelijk behoorlijk wankelen. Het absurdisme van Monty Python was in de jaren zeventig opzienbarend en vernieuwend. En heel veel van de scènes zijn nog steeds goud. Maar inmiddels laat de Nederlandse humorconsument zich niet zo snel meer op het verkeerde been zetten. We hebben ten slotte ook al Herman Finkers, een serie Vlaamse absurdisten en Jiskefet voorbij zien komen.
Als de spraakverwarring in de inleiding over Engeland en Finland tot een bizar Fins ballet leidt, dan levert dat een grijns van oor tot oor op. Maar op een gegeven moment heb je wel genoeg van dit soort zalige uitglijers gehad en is er sprake van een (bijna dodelijke) overdosis.

***
Spamalot door V&V Entertainment en Musical van Vlaanderen, tekst: Eric Idle, muziek: John Duprez, vertaling: Stany Crets en Allard Blom, regie: Stany Crets, Nieuwe Luxor Rotterdam 14 april. Aldaar t/m 24 april. Tournee tot 20 juni.