De zwoegende fabrieksvrouw Fantine bezwijkt. Op de Parijse barricade gaan bijna alle studenten en arbeiders eraan. Javert, de fanatieke politiebloedhond springt in de Seine. En Valjean, de held van de verschoppelingen legt uiteindelijk ook het loodje. De musical Les Misérables is een waar slagveld, maar toch verlaat de bezoeker na drie uur opgewekt en tevreden de zaal.
Vanaf het moment dat producent Cameron Mackintosh zich met het werkstuk van het Franse duo Schönberg/Boublil heeft bemoeid is Les Misérables veranderd van een mooie in een prachtige musical: golvende romantische muziek met sterke terugkerende thema’s, een verhaal met inhoud over sociaal onrecht in de 19e eeuw, uitgekiende belichting en geweldige decorvondsten.
In 1991 was Les Misérables voor het eerst in Nederland te zien, met beginnende musicalsterren als Henk Poort, Danny de Munk en Pia Douwes. Na enkele aanloopproducties was het nu echt raak met de musicals van Joop van den Ende. De producent toverde het noodlijdende Circustheater in Scheveningen om in een glamourvolle musicaltempel. Na het voorbereidende werk van Annie Schmidt/Harry Bannink en theater Carré (dat een paar lange series met Cats produceerde) maakte Van den Ende van Nederland een volwassen musicalland.
Afgezien van de arrangementen, die iets puntiger zijn geworden, is er in de afgelopen decennia vrijwel niets aan Les Misérables veranderd. Het is de cast die een hernieuwde kennismaking aantrekkelijk moet maken. En daar zit vrijwel geen vlekje aan. René van Kooten, die zich heeft warmgelopen in Aida en Hair, heeft misschien niet helemaal de fysieke uitstraling van iemand die er negentien jaar dwangarbeid op heeft zitten omdat hij een brood heeft gestolen, maar met zijn krachtige stem (die hij ook schitterend klein kan maken) en stevige spel zorgt hij voor een indrukwekkende Valjean. Datzelfde kan worden gezegd van de Vlaming Wim van den Driessche, die als Javert de ex-gevangene Valjean harteloos op de hielen zit. Het is jammer dat Fantine, die het kleine meisje Cosette achterlaat (de icoon op het affiche), al zo vroeg in de voorstelling sterft. Nurlaila Karim zingt het smartelijke Mijn droom als een machtige gospelzangeres.
De frisse lucht in de voorstelling komt van het scrupuleloze herbergierechtpaar Thénardier, dat in 1991 gespeeld werd door Simone Kleinsma en Paul de Leeuw. Ook Marjolein Algera en Carlo Boszhard vormen een gemeen, cabaretesk koningskoppel. Zij maken optimaal gebruik van de smeuïge vertaling van Seth Gaaikema.
Deze nieuwe Nederlandse versie is warm en overrompelend. De rode vlag is niet kitscherig als de kruitdampen dreigend in de zaal hangen. Maar niet perfect. Uit de drie uur kunnen makkelijk scènes worden geschrapt. We kunnen zonder de zeurderige liefdesverklaring van de student Marius (Jamai Loman bewijst zich definitief als een aanwinst in het musicalcircuit) aan Cosette aan het eind van de eerste akte en het huwelijksbal van de geliefden na de pauze. Tijdens dat feest is ook de mallotige terugkeer van het echtpaar Thénardier over the top. En dan de eeuwige irritatie van de onverstaanbaarheid van de grote gezongen scènes. Het tekstboekje bij de cd uit 1991 biedt uitkomst, maar boventitels zou – ook uit waardering voor het werk van de vertaler – een gewenste service aan het publiek zijn.
****
Les Misérables door Joop van den Ende Theaterproducties, muziek: Claude-Michel Schöberg, tekst: Alain Boublil e.a., vertaling: Seth Gaaikema. Nieuwe Luxor Theater Rotterdam, 20 april. Aldaar tot eind augustus.