Sanne Vogel komt kotsend voorbij


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

‘Veel Parade-gangers willen vooral gezellig rosé drinken en komen niet echt voor de voorstellingen.’ Cabaretier Richard Groenendijk heeft het rondtrekkende theaterfestival de afgelopen jaren zien veranderen in een opgewekte horeca-ontmoetingsplek. Tussen twee voorstellingen en twee buien door rust hij even (met drankje) uit in de hoek van het terrein met de bescheiden randonderdelen: tango-les en het maken van glamourfoto’s van bezoekers. Even later komt actrice Sanne Vogel met een bloedneus, kotsend voorbij.
Dat is geen illustratie van de rosé-woorden van Groenendijk, maar haar manier om de bezoekers haar tent in te lokken, waar zij met Egbert-Jan Weeber de voorstelling Flater speelt. Op de Parade verzorgen de spelers hun eigen p.r.
In Flater zien we twee mensen die door hun extreme levenswijze constant kopje onder gaan. Zij behoren tot de generatie twintigers, die zich onzeker voelt en zichzelf daarom maar overschreeuwt. Zo probeert Vogel haar Rubensiaanse lijf in een veel te klein topje en een veel te nauwe spijkerbroek te persen, terwijl zij nog even aan de wodkafles lurkt. Samen met die andere ‘loser’ zingt ze een venijnige Nina Hagen-achtige versie van Ik voel me zo verdomd alleen. Ondertussen zeiken ze elkaar genadeloos af. De een krijgt te horen dat haar carrière (‘al tien jaar aanstormend talent’) louter gebaseerd is op het schaamteloos omgaan met haar dikke lijf, terwijl de ander wordt ingepeperd dat zijn enige claim to fame is dat hij ‘twee maanden met Katja Schuurman heeft geneukt.’

Dit is de voorstelling die Nicole van Vessum het liefst op de Parade ziet. Vrolijk, maar wel met een inhoudelijke ondertoon. De opvolger van Terts Brinkhoff als nieuwe artistiek leider wil af van het Parade-imago dat alles leuk en luchtig en geschikt voor een bruiloft moet zijn. De vaste patronen van de Parade worden door Van Vessum ter discussie gesteld. Verjonging en meer diepgang zijn haar sleutelwoorden. Een van de slachtoffers van het nieuwe beleid is zangeres Ellen ten Damme, die vijf jaar op het zomerfestival heeft gestaan. Loes Luca hield de eer aan zichzelf en gaf er een mooie draai aan: ‘Ik heb 18 jaar bij Brinkhoff gewerkt. Nu ben ik volwassen en ga het huis uit.’
Kassa! van De Paardenkathedraal past nog perfect in de oude opzet. Een stuntelige bedrijfsleider probeert de ideale sfeer voor de klanten in de supermarkt te scheppen, maar lijkt er in deze slapstickvoorstelling vooral in te slagen om de klanten weg te jagen. Lekkere feestmuziek en Eva van de Wijdeven als een op en top comediènne-caissière, die origineel reageert op de vraag of ze ook condooms verkoopt: ‘Om achteruit in te parkeren?’
Arthur Mulder (van eenmanstheatergroep Café Ik) loopt op het terrein met een opgezette paradijsvogel op zijn hoed en het schild van een gigantische schildpad op zijn buik. Het zijn voorwerpen uit de maffe tentoonstelling/voorstelling Ik had een oudoom in Afrika, over een fotograaf die voor National Geographic door Afrika reisde. Verderop horen we uit de Wim T. Schipperstent de vertrouwde onzin opklinken van VPRO-klassiekers als Van Oekels Discohoek en Waldolala. Reeds! Van Vessum wil De Parade langzaam maar zeker een iets serieuzere hoek insturen, maar het tententheater lijkt op de openingsavond vooralsnog geen geduchte concurrent voor het Holland Festival.

De Parade. Rotterdam Museumpark t/m 1 juli, Den Haag Westbroekpark 6 t/m 15 juli, Amsterdam Martin Luther Kingpark 3 t/m 19 augustus. www.mobilearts.nl