Soulexplosie met een knuffel van de beer


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: Regionale Dagbladen

Soulmuziek brengt Ruben Heerenveen (1978) terug naar zijn jeugd op Curaçao. ‘Mijn ouders draaien keihard de platen van Otis Redding. Mijn moeder begint te dansen, mijn vader denkt dat hij kan zingen en blèrt heel hard mee. Dat vond ik gezellig, dan voelde ik me goed.’
Omri Tindal (1986) is weliswaar in het koude Rotterdam geboren, maar zijn Surinaamse achtergrond maakte van soulmuziek ook een warme happening. ‘Ik wil altijd meezingen als ik soul hoor, ook al ken ik de woorden niet. Gewoon meeneuriën, dat is een echt Surinaams ding. Ik zie mijn ouders nog tegelen op die muziek. Je weet wel, gewoon op één plek blijven staan, maar toch heftig dansen. Die ene tegel op de dansvloer, dat is jouw space.’
En zo gaat het er ook pittig aan toe tijdens de optredens van de Soulbrothers. Vier zangers/dansers, die met de soms broeierige, maar meestal explosieve muziek van James Brown, Michael Jackson, Prince en andere soulgrootheden theaterzalen in de fik zetten. Ook al zijn de stoelen in de schouwburgen nog zo comfortabel, zelfs de stijfste hark staat al na een paar minuten op om te…ja, om te tegelen.
In 2008 bestormde het viertal de Nederlandse theaters met een overrompelende soulshow. Het publiek zat maar net of op het podium verschenen vier Afro-ragebollen die ritmisch heen en weer wapperden. De intro-maten van Can you feel it van The Jacksons waren al voldoende om de nette zalen in alle uithoeken van het land te veranderen in een roerige funky soultent. Betonnen vloeren leken een trampoline. Party-time zonder een wanklank.
David: ‘Natuurlijk zingen we ook nummers waarin je de pijn van de zanger kunt voelen. Het gaat in muziek niet alleen om de lusten, maar ook om de lasten. En de blue side van de muziek heeft ook charme. Maar alles bij elkaar voeren we een feel-good-show op. We laten het publiek niet in mineurstemming naar huis gaan. Het zijn vaak mensen met een negen tot vijf-baan. We willen dat ze even de zorgen van hun werk en de onbetaalde rekeningen vergeten.’
Het succes van de tournee schreeuwde om een vervolg. De naam van de groep is voor de tweede show opgerekt tot Soul & Disco Brothers.
Oef, disco…is dat niet die gladde, glittermuziek uit de jaren zeventig, waar we een beetje lacherig op terugkijken?
De mannen, die zich vlak voor een optreden in de Amsterdamse club Panama hebben verzameld in het kantoor van Bos Theaterproducties, zijn niet bang voor fronsende reacties van het publiek. David Gonçalves (1980), die behalve een dijk van een stem ook een stevige portie erotiek stopt in zijn optreden, verdedigt de materiaalkeuze: ‘Zelfs als je niets met disco hebt, word je toch meegesleept. Onze muzikale leider Iwan van Hetten eet, slaapt, drinkt en wandelt muziek. Het is zijn lifestyle. Hij was een van de blazers bij Sister Sledge en heeft zich ook bemoeid met de opnamen van The Pointer Sisters. Hij heeft zich dus bewogen op het succesvolle grensgebied van funky disco en soul. Hij laat de nummers van ons theaterconcert prachtig in elkaar over gaan. Het is zo mooi in verhouding dat je niet eens in de gaten hebt dat je staat te swingen op muziek die misschien ver van je bed staat.’
Ook nummer vier van de groep is inmiddels aangeschoven. Bryan B (1968) zat vast in de file en komt zeer tegen zijn gewoonte te laat. Vervelend is wel dat de ruime zitplaatsen in de kamer nu bezet zijn, waardoor de zanger met een bescheiden stoel genoegen moet nemen.
Bryan B (voluit Bijlhout), die bekend staat onder de naam The Big Voice – en dat heeft niet alleen met zijn krachtige stem te maken – heeft tot zijn 24ste in zijn geboorteland Suriname gewoond. Met een vader als zanger heeft zijn leven altijd om muziek gedraaid. ‘Als 7-jarige stond ik al op het podium. Muziek was overal. Natuurlijk de opgewekte, ritmische Surinaamse kaseko, maar ook de soul. Als ik in het weekend in de tuin aan het harken was of het huis schoonmaakte was soul altijd de achtergrondmuziek.’
Hij heeft Suriname niet verlaten in de grote golf vlak voor en na de onafhankelijkheid in 1975, maar nadat hij halverwege de jaren tachtig een grote hit had gehad met Mama mie e waarderie joe, een ode aan zijn moeder. Na een korte tijd in de Verenigde Staten, leek Nederland de beste optie om zijn carrière voort te zetten. Hij liet direct van zich horen in de Soundmixshow, waarin hij nummers zong van zijn soulheld Luther Vandross. Met Bob Fosko en Frans van Deursen heeft hij een aantal seizoenen meegedraaid in de spetterende show Blues Brothers.
Net als Bryan hebben ook de andere groepsleden de weg bewandeld van de televisie-talentenjachten. David en Omri maakten indruk in Idols en Ruben deed mee aan My name is Michael. De dansopleiding van Ruben bracht hem naar musicals in het buitenland. Hij speelde belangrijke rollen in Fame (Oostenrijk), Jesus Christ Superstar (Zwitserland) en Carmen Cubana (Duitsland).
Rubens danskwaliteiten komen goed van pas in de Michael Jackson-nummers, maar het is toch Omri die het hoogste Michael Jackson-gehalte heeft.
Omri: ‘De jonge Michael was een mooie jongen, dus ik voel me wel vereerd dat ik met hem wordt vergeleken uit de tijd met zijn Afro-kapsel, toen zijn neus nog normaal was.’
Als de malle fratsen van Michael Jackson over tafel gaan, grijpt Ruben in: ‘Zijn dood heeft de focus weer teruggebracht naar zijn muziek. Daarvoor was iedereen alleen nog maar bezig met zijn gekke gedrag. Nu zien we hem gelukkig weer als een muzikaal genie. Thriller is al bijna 30 jaar oud, maar het blaast echt alle muziek van Usher, Beyonce of Justin Timberlake helemaal weg. Ik weet trouwens niet of ik al die cd’s ga kopen die nu nog zullen uitkomen. Net als bij Elvis en Bob Marley dreigt ook alles te worden uitgebracht wat Michael Jackson ooit heeft opgenomen. Die artiesten zullen een goede reden hebben gehad om bepaalde nummers niet op de plaat te zetten. Ze zullen gewoon niet goed genoeg zijn geweest. Ik doe niet mee aan die geldklopperij, ook al ben ik een groot fan van Michael Jackson.’
De Soulbrothers waren eerder dit seizoen uitgenodigd om de onthulling van drie Michael Jackson beelden in de Amsterdamse vestiging van Madame Tussauds op te vrolijken met zang en dans. Ze zagen dat echt als een eervolle opdracht, een bewijs dat ze het repertoire van Jackson met ontzag en op hoog niveau brengen. Maar David schiet ook wel een beetje in de lach als de gebeurtenis wordt opgerakeld: ‘Dat moest een vloeiende show worden, maar het was negen uur ’s ochtends, niet echt het moment voor een felle rockshow. De show kreeg een onbedoelde komische opening, toen zangeres Berget Lewis tevergeefs aan het gordijn sjorde waarachter de beelden en wij stonden. Youtube-kijkers vermaken zich nog dagelijks met het filmpje.’
Oneffenheden in het theater zullen niet zo snel voorkomen. Alles is tot in de puntjes verzorgd, niet alleen zang en dans, maar ook de aankleding. Ruben: ‘Het moet strak en het moet glimmen. Die tijd was ook flamboyant. Er werd stevig met kleuren geëxperimenteerd.’
Bryan: ‘In mijn eigen soloshows kan ik ook geheel in het fel blauw of rood gekleed gaan. Maar ik zal niet zo snel met rode lakschoenen over straat lopen.’
Bryan is een indrukwekkende man, die het podium letterlijk en figuurlijk vult. Tijdens het dansen doet hij het rustig aan, ofschoon hij met subtiele bewegingen het publiek toch bij de kladden grijpt. Zelf relativeert hij zijn danscapaciteiten, en is hij zijn drie maten dankbaar dat ze hem er doorheen slepen.
Niet alleen tijdens de show, maar ook aan het eind van het spektakel blijkt dat het publiek valt voor de prachtige stem en de charmes van Bryan. Iedereen die een cd van de groep koopt krijgt een knuffel van de beer. Het is een extra reden om de cd aan te schaffen, maar het belangrijkste is feest thuis nog even kan worden voortgezet. Want een feest is het als al die Amerikaanse soul- en disco legendes springlevend blijken te zijn en op de toppen van hun kunnen staan de swingen in de Nederlandse theaters.

Soul & Disco Brothers. Tournee. www.bostheaterproducties.nl