Slapstick door de Wëreldbänd, regie: Stanley Burleson, Leidse Schouwburg Leiden 15 januari. Tournee tot eind april.
*****
Een bibberig oud mannetje blokkeert treiterig-meelijwekkend de parterre-ingang met zijn looprek. We zien hem later terug in een meesterlijke Buster Keaton-achtige act als demente zanger die van elastiek lijkt te zijn. Ondertussen schiet op het podium een muzikant een zwaan uit de lucht, die weer een rol zal spelen in een bijzondere variatie op het Zwanenmeer-ballet. En dan zijn we nog niet eens echt begonnen. Ook in de pauze gaan die gasten van de Wëreldbänd gewoon verder. Het muzikale clowns-vijftal stopt genoeg materiaal voor twee puike shows in één voorstelling.
Slapstick, variété en stomme film zijn begrippen die niet bij iedereen even goed vallen. Als je niet beter weet ruik je alleen maar de geur van gedateerde komieken. Er is geen andere verklaring te bedenken waarom de Wëreldbänd consequent genegeerd wordt door de poortwachters bij de televisie. De liefde van de Wëreldbänd voor de variététraditie druipt er inderdaad vanaf, met verwijzingen naar Chaplin, kermisromantiek en de Duitse interbellum zanggroep Comedian Harmonists. Maar hun shows zijn tegelijkertijd ongelooflijk modern, vernieuwend en humoristisch. Samen met Percossa en Ashton Brothers vormt de Wëreldbänd, opgestuwd door Karel de Rooij (de kleine van Mini & Maxi), het beste bewijs voor de stelling dat het verdwijnen van dat genre een enorme theaterverarming zou betekenen. Het nieuwste programma van de Wëreldbänd heeft een ongekend hoog amusementsniveau. Je weet werkelijk niet wat je meemaakt: de drummer wordt met zijn instrument over het podium geslingerd, vijf muzikanten bespelen één contrabas, het schuifelement van de trombone blijkt ook een dwarsfluit én de strijkstok van de viool te zijn, en zelfs alleen het mondstuk van de klarinet is in handen van de Wëreldbänd een volwaardig instrument. Een fenomenale voorstelling.