Conny Stuart zeurde niet


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

In vrijwel alle interviews die Conny Stuart heeft gegeven, benadrukte zij dat zij liever oud werd dan jong en mooi te sterven. Haar verzoek is ingewilligd. Conny Stuart, geboren in Wijhe als Cornelia van Meygaard is op 96-jarige leeftijd overleden.
In 1988 zette ze met haar rol in het toneelstuk Schommelzang van Samuel Becket tamelijk abrupt een punt achter haar carrière. ‘Al dat gedans en gedraaf, ik vond het mooi geweest.’ Na enige aandrang heeft zij meegewerkt aan haar biografie Uitverkoren en de mooie verzamel-cd Portret, maar verder heeft de buitenwereld vrijwel niets meer van haar vernomen. Geen officieel afscheid, nooit een jubileum gevierd. In 1995 nam ze nog wel uit handen van Willem Nijholt de Oeuvre Prijs Scheveningen in ontvangst.
Stuart begint haar carrière in de jaren dertig in Den Haag als zangeres van Franse chansons in de stijl van Lucienne Boyer. Vervolgens groeit zij uit tot AVRO-radioster, speelt ze ruim vijftien jaar in het cabaret van Wim Sonneveld, vervangt ze de zwangere Adèle Bloemendaal in Met blijdschap geven wij kennis naast Frans Halsema en Gerard Cox en wordt ze de eerste Nederlandse musicalvedette.
Conny Stuart is twee maal getrouwd geweest en drie maal gescheiden. Beide echtgenoten, de impresario Henri Hofman en acteur Joop – Swiebertje – Doderer, moeten het afleggen tegen Wim Sonneveld. Deze glimt als Stuart door een recensent ‘mevrouw Sonneveld’ wordt genoemd. Ofschoon een traditionele verhouding met de homoseksuele Sonneveld niet tot de mogelijkheden behoort, is hij jaloers op elke man die in de buurt komt van zijn protegé en creatie. Want Stuart is eigenlijk een Eliza, die door Professor Higgins is gemaakt. Stuart is His Fair Lady.
In 1940 maakt Conny Stuart deel uit van het Ensemble der Prominenten, een gezelschap dat voornamelijk bestaat uit gevluchte Duitse en Oostenrijkse joden. Daar ontmoet ze Wim Sonneveld. In 1941 treden ze samen voor het eerst op.
Als Sonneveld twee jaar later zijn eigen cabaret begint, neemt hij Stuart mee naar zijn Leidsepleintheater. Het programma Alleen voor dames heeft een Franse sfeer, wat aangenaam afsteekt tegen de Duitse Kultur-overheersing van dat moment. Het publiek betaalt met suiker of sigaren. Met Sonneveld spreekt ze af dat ze ziek of zwanger is als ze voor Duitsers of NSB’ers moet spelen. Binnen een half jaar worden drie programma’s uitgebracht.
Hoewel Sonneveld altijd de Franse allure bewaard heeft, wordt na de oorlog de uitbundig humoristische kant van het gezelschap versterkt, met een hoofdrol voor Conny Stuart, die Nederlands gaat zingen.
Op het podium wordt onbevangen, maar op niveau gekeet en geschmierd. Op straat nemen Sonneveld en Stuart mensen in de maling, roepen ‘moordenaar’ tegen onbekenden in de trein, en spelen luidruchtig en levensecht de hoer en de pooier: ‘Vooruit, je geld verdienen.’
In 1960 komen ze tot de conclusie dat ze artistiek niet meer verder kunnen en gaan uit elkaar. Op de dag van de begrafenis van Wim Sonneveld in 1974 ziet Joop Doderer dat zijn ex-echtgenote ‘inwendig volkomen vernield’ is. ’s Avonds speelt ze de première van de musical Wat een planeet in Utrecht.
Na het Sonneveld-tijdperk is er een periode van theatertussendoortjes met cabaretier Sieto Hoving en toneelgroep Ensemble, en reclamewerk op tekst van Annie Schmidt: ‘Waar zou ik weeze, zonder mayoneeze. Waar zou ik weeze, zonder Calvé.’
Dan volgt een nieuwe glorieperiode, als leading lady in vijf musicals, waaronder En nu naar bed en Heerlijk duurt het langst. Producent John de Crane, componist Harry Bannink en schrijfster Annie Schmidt hebben in haar de ideale artiest om dit nauwelijks bekende genre in Nederland van de grond te krijgen.
Annie Schmidt kan via Conny Stuart probleemloos al haar tegendraadse ideeën kwijt over relaties en gezag. Ook al was Annie Schmidt veel Hollandser dan de gedistingeerde en modebewuste Stuart, zij waren toch twee vrouwen uit hetzelfde hout gesneden. Stuart maakt in haar loopbaan zo de draai van romantisch naar satirisch, zonder dat ze de illusie heeft iets te veranderen aan maatschappelijke misstanden, want ‘na West Side Story is niets verbeterd voor mensen uit Puerto Rico.’
Schmidt heeft haar voertuig gevonden, maar Stuart slikt niet alles. Voor ‘dan was ik nu een ouwe hoer in Hong Kong geweest’ voelt zij zich net iets te chic en ‘menopauze met gebak’ vindt zij te flauw. Het zijn gevechtjes in een vrijwel vlekkeloze samenwerking.
Het maakt niet uit of zij een slechte fee of een majesteitelijke hoerenmadam speelt, de uiterst gedisciplineerde Conny Stuart heeft de zaak onder controle en sleurt iedereen mee. In Heerlijk duurt het langst speelt zij een vrouw die wordt bedonderd door haar man. Zij houdt zich staande door er bij zichzelf op te blijven hameren dat je nooit moet zeuren. Het is het motto van Stuarts leven.
‘Huil in je bed, bijt in je laken. Vloek tegen iedereen, schreeuw van de daken. Maar zeur niet, zeur niet, zeur niet.’