Het ligt er allemaal zo dik bovenop


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Andrew Lloyd Webber was nog een tiener toen hij samen met tekstdichter Tim Rice een minimusical maakte van het Bijbelverhaal van Jozef en zijn twaalf zonen. De eerste serieuze theateruitvoering werd niet erg enthousiast ontvangen, maar deze vingeroefening is Lloyd Webber uitstekend van pas gekomen. We horen hele flarden van Joseph terug in zijn latere werk en vooral in zijn doorbraakmusical Jesus Christ Superstar. Toen iedereen na een paar grote successen in de gaten kreeg dat Lloyd Webber tot veel moois in staat was, werd met terugwerkende kracht ook Joseph ten onrechte tot een meesterwerk verklaard. Toen werd opeens het feit dat de musical een ratjetoe van muziekstijlen is (reggae, country & western, rock ’n roll, disco, smartballade enzovoort) tot pluspunt uitgeroepen, terwijl het gewoon een kwestie van bijna vertwijfeld uitproberen en richtingloosheid is. En nu kunnen we nauwelijks om Joseph heen na de talentenjacht-televisieserie Op zoek naar Joseph, een perfecte marketingactie.
Er zitten zeker mooie nummers in deze feel good-musical, zoals Any dream will do en vooral Close every door/Sluit alle deuren maar. Freek Bartels, de winnaar van Op zoek naar Joseph, heeft dat dwingend romantische nummer helemaal in de vingers en bewijst daarmee dat hij de juiste man op de juiste plek is. Er is ook vrijwel niets op het spel van Bartels aan te merken, die zowel gretigheid als zelfvertrouwen en rust uitstraalt. Joseph is de lieveling van zijn vader, de pispaal van zijn jaloerse broers, de waardige gevangene in Egyptische handen, en de volwassen man die na een rondje wraak op zijn broers weer op het familienest terugkeert. En in alle facetten heeft Bartels de zaak volkomen onder controle. Een groot compliment.
Maar voor het publiek dat iets meer wil dan een avondje oppervlakkig amusement (met leuke Egyptische decorvondsten en vlotte choreografie) is Joseph absoluut geen topper. Tim Rice is al redelijk scheutig met anachronistische grappen, maar dat was blijkbaar voor vertaalster Martine Bijl nog niet genoeg. Om de haverklap probeert ze het nog leuker te maken met woorden als fascist, Idol en allochtoon, en dat gaat behoorlijk irriteren. En één keer ‘pizazz’ noemen, het stopwoordje van Willem Nijholt, jurylid in Op zoek naar Joseph, die wilde aangeven dat een artiest lef en flair moet hebben, is echt genoeg.
De zwakte van Joseph is dat alles er zo ongelooflijk dik bovenop ligt, en in deze Nederlandse versie nog een graadje erger dan in het origineel. Het lijkt alsof Joop van den Ende een samenwerkingsverband is aangegaan met de Christen Unie, afdeling Basisschool en Kinderen voor Kinderen. Als de beelden niet duidelijk genoeg zijn, komt het nog een keer in de tekst, en dan hebben we vervolgens nog de zingende verstelster Renée van Wegberg, die het voor de slechthorenden, dommen en dementen nog een keertje op een rijtje zet. Zoals we ook in de eindeloze en opgefokte toegift alle spelers nog een keer met hun solo terughoren. Het tamelijk infantiele van de musical wordt enigszins afgedekt door een dikke laag camp. En dat is de Engelse regisseur Paul Garrington, die inmiddels vergroeid is met (alle Europese en Aziatische versies van) Mamma Mia! wel toevertrouwd.

***
Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat door Joop van den Ende Theaterproducties, tekst: Tim Rice, muziek: Andrew Lloyd Webber, choreografie: Stanley Burleson en Daan Wijnands, vertaling: Martine Bijl, regie: Paul Garrington, Stadsschouwburg Utrecht 12 december. Tournee tot half juli 2009.