In bed met John en Yoko


Geplaatst in muziek op . Gepubliceerd in: Het Parool 28 maart 2019

Drove from Paris tot he Amsterdam Hilton
Talking in our beds for a week
The news people said, say what’re doing in bed?
I said we’re only trying to get us some peace

Christ! You know it ain’t easy
You know how hard it can be
The way things ar going
They’re gonna crucify me

Aanloop

In 1969 zijn The Beatles op sterven na dood. Na een aarzelend begin met de single Love me do in 1962 (Ringo Starr is op dat nummer door producer George Martin gedegradeerd tot het bespelen van tamboerijn) hebben The Beatles de rest van de jaren zestig als soevereine vorsten over de popmuziekwereld geheerst. Na het overlijden van hun manager Brian Epstein in 1967 verdwijnt de cohesie binnen de band en ontstaan de eerste haarscheurtjes in de hechte Lennon-McCartney samenwerking.
Lennon, die de hele Beatles-periode als een aanslag op zijn privacy heeft ervaren (luister maar naar Help en Nowhere Man) verwijdert zich definitief van The Beatles na zijn ontmoeting met de Japanse avant-gardekunstenares Yoko Ono in 1966. Drie jaar later is hij officieel gescheiden van zijn eerste vrouw Cynthia en trouwt hij met Yoko op Gibraltar. Hun huwelijksreis, waarvan ze wisten dat die veel publiciteit zou trekken, wenden ze aan om een verrassend vredesstatement te maken: ze blijven een week in bed in het Amsterdamse Hilton. It was fifty years ago today.

Een weeklang in bed blijven liggen in een luxe hotelkamer lijkt voor sommigen de hemel, voor John Lennon en Yoko Ono was het hard werken om dagelijks tientallen journalisten, fans en andere nieuwsgierigen te woord te staan vanuit hun bedstede. Maar niets was het jonge paar te veel om de wereldvrede te realiseren. Iemand moet het ten slotte doen.

Maandag 24 maart 1969

Hans Boskamp, adjunct-directeur van platenmaatschappij Bovema, die is verbonden aan het Beatles-label EMI, heeft voor het echtpaar kamer 902 in het Hilton gereserveerd voor 218 gulden per nacht (inmiddels kost de John & Yoko suite ongeveer 1500 euro). Het Amstel Hotel genoot de voorkeur, maar daar had men geen zin in de heisa met fans. Die staan inderdaad massaal voor de deur als de witte Rolls Royce even voor middernacht komt voorrijden. Alleen Piet van Strien, de Nederlandse cameraman van het Britse Independent Television News mag een paar shots van de kamer maken. De rest van de schrijvende pers en fotografen komt niet verder dan de lift. Als de liftdeuren sluiten roept Lennon: ‘Het enige wat we willen is slapen.’

Dinsdag 25 maart 1969

Na een simpel ontbijt met thee en toast hangt Yoko een zak over de televisie. De schilderijen worden van de muur gehaald en vervangen door zelfgemaakte posters met zelfportretten en teksten als ‘It’s spring’, ‘I love John’ en ‘I love Yoko.’ Tegen het raam plakken ze de kernwoorden van de Amsterdamse onderneming: ‘Bed Peace’ en ‘Hair Peace.’
’s Middags liggen de twee met een tulp in hun pyjama klaar om het leger wachtende journalisten en fotografen te ontvangen. Van de eerste shift die wordt toegelaten, die uit ongeveer vijftig persmensen bestaat, maakt Parool-fotograaf Bert Sprenkeling een overzichtsfoto die over vijf kolommen in de krant verschijnt. Die foto zal door Lennon en Ono ook gebruikt worden voor de hoes van hun Wedding Album. Tegen Niek Heizenberg van de NVRV-actualiteitenrubriek Hier en Nu zegt Lennon dat de kroon op deze vredesweek de verwekking van een kind zou zijn, maar dat geen live show hoeft te worden verwacht. Hij heeft al een naam voor de nieuweling: Amsterdam, Peace of Hair. Ook legt Lennon uit dat hij de wereld als een kamer ziet. Als de sfeer in het vertrek bedorven is, dan heb je iemand nodig om de stemming om te laten slaan. Lennon wil graag die ‘freak, vrolijke vogel of clown’ zijn, die dat voor elkaar krijgt.

Woensdag 26 maart 1969

Op deze dag verlaten de bedlegerige kunstenaars het bed iets langer dan om hygiënische redenen strikt noodzakelijk is. Henk van der Meyden heeft voor zijn Privé-pagina in De Telegraaf een privé lunch met het paar geregeld. Hij krijgt het macrobiotische maal, dat bestaat uit bruine rijst, sojasoep en geitenmelk, nauwelijks door zijn keel. Ook de meegekomen fotograaf Nico Koster, die een verzameling iconische foto’s zal maken, heeft daar moeite mee. Bill Starke, de Amerikaanse manager van het Hilton, neem elke dag een emmertje geitenmelk mee van zijn boerderij in Wassenaar.

Donderdag 27 maart 1969

Donderdag is Provo-dag. Boskamp heeft een ‘witte delegatie’ uitgenodigd. De ludieke acties van deze Amsterdamse anarchistische jeugdbeweging, die zichzelf overigens al in mei 1967 heeft opgeheven, zijn een belangrijke reden waarom Lennon en Ono in Amsterdam zijn neergestreken voor hun Bed-In. Het meest aansprekende idee van Provo was ongetwijfeld het witte-fietsenplan om de ‘asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie’ aan te pakken. Hans Hoffman, organisator van de Miss Walletjes-verkiezingen, en zijn vriendin Ineke Mot zeulen een witte fiets naar boven en leggen die op het bed, dat door de meegekomen hippie-incrowdkapper ‘Prins Mario’ met oranje doeken wordt versierd. Ook Provo-kunstenaar Cor Jaring mag met enkele leden van de Insektensekte naar boven. Dat genootschap wil met magische zakjes blauw poeder de vervuiling en vergiftiging van de aarde tegengaan. Terwijl het gezelschap, begeleid door het vierkoppige Resistentie Orkest de smartlap ‘Moeder waar zijn de vlinders gebleven’ zingt, ‘ontsmet’ Jaring de kamer met het blauwe poeder. Als het maffe gezelschap is verdwenen, belt Lennon Paul McCartney in New York op om het zojuist opgenomen concert te laten horen.

Vrijdag 28 maart 1969

Lennon is in een chagrijnige bui, omdat hij in een Britse krant leest dat muziekuitgever Dick James zijn aandelen van het bedrijf Northern Songs achter de rug van The Beatles heeft verkocht. Nu is Lennon en McCartney de kans ontnomen om de zeggenschap over hun eigen liedjes, die door sluw optreden grotendeels in handen van James waren gekomen, terug te verwerven.
Lennon heeft eigenlijk geen zin in interviews, maar gunt Elly de Waard, muziekjournalist van weekblad Vrij Nederland, toch ruim de tijd. Het gesprek gaat beduidend dieper dan de inmiddels tientallen keren gestelde vragen.
Later op de dag komt een ontregelend VPRO-gezelschap langs en vraagt Emmy Ledel-Huf voor Het Parool, dat meerdere journalisten die week naar het Hilton heeft gestuurd, over Lennons verhouding met de drie andere Beatles: ‘Als ik een rustige avond wil hebben, ga ik naar Ringo. Dan spelen we biljart of kijken we naar de lucht. Als ik naar George ga, moet ik de hele avond zijn gefilosofeer aanhoren, en Paul wil alleen maar over liedjes praten.’

Zaterdag 29 maart 1969

Niet iedereen is lief en lovend over de actie van John en Yoko. Ben van Kaam schrijft in Trouw een cynisch stuk (‘In de vrede zit een even goede boterham als in de oorlogsindustrie, ontdekte deze week Amsterdam.’), en in een aantal Britse kranten wordt openlijk aan het gezond verstand getwijfeld van de vredesactivisten. Ze krijgen live de wind van voren van Donald Zec, sterverslaggever van de Daily Mirror. Hij gaat met een knal van start: ‘Of jullie zijn een stelletje gekken die zo snel mogelijk moeten worden opgesloten, of jullie zijn heel handig bezig hier een financieel slaatje uit te slaan. Wat moet een gewone arbeider daar nou mee? Niemand kan het zich veroorloven om zeven dag in bed te blijven.’ Lennon blijft beleefd, maar de sfeer is zuur.

Zondag 30 maart 1969

Om half twee staan Ed Lambert en Joop Vogel uit Den Haag op de stoep. Zij komen voor een radio-interview voor de (niet bestaande) ‘Blindenomroep Veroniek.’ Ze maken er een vrolijke boel van. Ze rijden op de provofiets door de kamer en gooien met flitsblokjes van de camera. Lennon springt van plezier zijn bed uit. Zij hebben zoveel goodwill gekweekt dat zij ook nog de Israëlische student Akiva Nof, die al dagen tevergeefs wacht op audiëntie, de kamer in kunnen loodsen. Yoko heeft voor Nof wat oplossingen voor het Joods-Palestijnse probleem bedacht: gemengde huwelijken, en als dat niet helpt kun je ook nog een schreeuwwedstrijd houden om de giftige energie eruit te schreeuwen. John heeft een oplossing die misschien wat haaks staat op zijn missie van de week: ‘Stuur de mensen die weigeren het geweld af te zweren naar de woestijn, waar ze elkaar dood mogen slaan.’
De laatste bezoekdag wordt afgesloten met een miniconcert van The Buffoons, de ‘Beach Boys van de Lage Landen’ die Lennon een dag eerder op televisie heeft gezien. Lennon zegt dat hij nog wel wat materiaal op de plank heeft liggen dat heel geschikt zou zijn voor de band. Het is er niet van gekomen.

Maandag 31 maart 1969

Lennon is opgelucht dat hij zijn witte pyjama uit kan trekken. Hij is bekaf van al het bezoek aan zijn bed. Hij kleedt zich aan, pakt zijn gitaar, tokkelt een paar eenvoudige akkoorden en zingt ‘Goodbye Amsterdam, goodbye.’ Als John en Yoko hun kamer even voor twaalf uur in smetteloos wit verlaten, komt meteen het Portugese kamermeisje Maria de Soledas Alves in actie. Zonder omhaal trekt ze de tekeningen van de muur en propt ze in de prullenbak. Ze beseft niet dat ze op een eenvoudige manier haar pensioen substantieel had kunnen aanvullen. De Provo-fiets gaat mee in het vliegtuig naar Wenen, waar het echtpaar in een zak de pers te woord zal staan. ‘Bagism’ betekent totale communicatie, zonder dat je je laat beïnvloeden door het uiterlijk van de ander. ‘Waarom waren jullie in Amsterdam wel zichtbaar’, vraagt een verbaasde journalist. Lennon: ‘Het Hilton was eigenlijk ook een soort van zak waar we in zaten.’

Epiloog

Als de huwelijksreis, die in Londen is begonnen en geëindigd met tussenstops in Gibraltar, Parijs, Amsterdam en Wenen, is afgerond schrijft Lennon vrijwel direct The Ballad of John and Yoko, waarin hij op bijna journalistieke wijze verslag uitbrengt van die trip. Hij wil het nummer zo snel mogelijk met de andere Beatles opnemen, maar George Harrison is op vakantie en Ringo is nog niet klaar met de opnamen van de Peter Sellers-film The Magic Christian. Het is inmiddels bijna drie maanden geleden dat de Let it Be-sessies in ruzie zijn geëindigd, en het juridische gekibbel over wie de financiële leiding van het Beatles-bedrijf Apple in handen moet krijgen is nog lang niet voorbij. Maar als het op muziek maken aankomt, kruipt Lennon toch nog het liefst tegen Paul McCartney aan. Samen gaan ze de Abbey Road studio in, met George Martin in de controlekamer.
Op 14 april wordt het simpele, enigszins country-achtige drie-akkoordennummer in zeven uur opgenomen, met John op gitaar en Paul op bas, piano en drums. Door de gedoseerde tweede stem van Paul in de eerste coupletten en het refrein en de volledige tegenharmonie in het slotcouplet klinkt weer het vertrouwde Beatlesgeluid. De gitaarslotmaten zijn overgenomen van Lonesome in my eyes, een rocknummer uit de jaren vijftig, dat The Beatles in hun begintijd regelmatig hebben gespeeld.
Zes weken na de opname wordt het liedje als single uitgebracht, met Old brown shoe van George op de b-kant. In de clip zijn heel vernuftig George en Ringo als begeleiders toegevoegd, terwijl we John en Yoko op alle plaatsen van hun huwelijksreis zien.

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van In bed met John en Yoko door Jan-Cees ter Brugge, Jan van Galen en Patrick van den Hanenberg. Amsterdam 2009.

In het Hilton-hotel is van 22 tot en met 31 maart een foto-expositie te zien over de Bed-in for Peace actie van John Lennon en Yoko Ono. De tentoonstelling is samengesteld door fotograaf Govert de Roos, die in 1969 als vijftienjarige met een vervalst perspasje tot kamer 902 doordrong.