Rob Wiegman stopt als directeur Luxor


Geplaatst in Theaterreportages/interviews op . Gepubliceerd in: de Volkskrant

Rob WiegmanRob Wiegman wint Rotterdam Marketing Award
13 januari 2011
Rob Wiegman, de directeur van de Luxor Theaters in Rotterdam is de winnaar van de Rotterdam Marketing Award 2010. Het is voor het eerst dat de winnaar wordt gekozen door het publiek zelf, en niet door een vakjury.
Wiegman heeft volgens Rotterdam Marketing veel betekend voor de Kop van Zuid en kan met recht een Rotterdams fenomeen worden genoemd. Andere genomineerden waren onder meer lingeriegoeroe Marlies Dekkers en Marc Damen, de directeur van Diergaarde Blijdorp. De Rotterdam Marketing Award werd voor de tiende keer uitgereikt en voor die gelegenheid werd een Oeuvreprijs in het leven geroepen. Die ging naar Jos van der Vegt, de directeur van Ahoy Rotterdam. Rotterdam Marketing prijst Van der Vegt vanwege het naar Rotterdam halen van grote namen en tentoonstellingen.
06-11-2008
Na afgewezen te zijn op de toneelschool wilde Rob Wiegman (1943) toch de wereld van het theater in. Dat is gelukt: tegenwoordig is hij directeur van het Nieuwe Luxor Theater. Cultuurkaart-reporter Jette sprak met hem.
De eerste theatervoorstelling in het Nieuwe Luxor Theater was die van Mathilde Santing. Met welk gevoel zat u toen in de zaal?
“Ik was supergespannen. Ik had er speciaal een bordje voor in de hal gehangen: ‘eerste voorstelling, Mathilde Santing’. Ik heb toen het publiek even toegesproken. Als je dan al die mensen ziet zitten, dat is echt heel ontroerend mooi hoor, dat is fantastisch. Ineens is het gebouw levend. Andere jaren tijdens de bouw is het natuurlijk ook wel levend, maar dat is anders. Je werkt dan toe naar iets nieuws.”
Wat was de eerste voorstelling die u ooit zelf zag?
“Zo, geen idee. Het zal wel een toneelvoorstelling zijn geweest, ik was een toneelfanaat, maar wélke toneelvoorstelling dat was, weet ik niet meer. Ik zat op de middelbare school in Rotterdam en was een jaar of zeventien, achttien. Ik zat in een klas waarin nogal veel toneelfanaten zaten. Ik speelde veel toneel en heb veel voorstellingen van het Rotterdams toneel gezien.”
Is daar de liefde voor het theater ontstaan?
“Ja, ook met die klas. We waren allemaal gek van toneel, met zo’n vier, vijf mensen was dat. Die liefde voor toneel heb ik niet van huis meegekregen. Mijn familie was er niet op tegen hoor, integendeel, maar ik kom niet uit een cultureel nest of zo.”
Hoe bent u daar dan toch ingerold?
“Volgens mij zat het wel in me. Ik las veel over toneel en theater in de krant. En die mensen uit mijn klas zijn uiteindelijk allemaal acteur geworden en ik niet, haha.”
Wilde u graag acteur worden?
“Jazeker, alle theaterdirecteuren wilden ooit eigenlijk acteur worden. Ik heb toelatingsexamen voor de toneelschool gedaan in Amsterdam, maar ik kon niet improviseren. Talent had ik wel, maar dat improviseren… Je moet je voorstellen: zo’n klein toneeltje, waar de grootste acteurs van Nederland zitten en daar moest ik dan wat laten zien. Ik werd daar gek, ik was zo blij dat het voorbij was. Tegenwoordig kun je veel meer, maar toen had je niets. Je had de grote gezelschappen en daar kwam je niet zomaar tussen.”
Hoe is het dan om nu te bepalen welke theaterstukken er in het Luxor te zien zijn?
“Dat is leuk, uiteindelijk is dat toch je doel. Je wil kunnen meedenken. Ook al ben je geen acteur; je houdt toch gewoon van theater.”