Thomas Acda schittert als Tevye


Geplaatst in Theaterrecensies op . Gepubliceerd in: Het Parool

 

foto: Annemieke van der Togt/Roy Beusker Fotografie

Fiddler on the roof

Door: Stage Entertainment

Gezien: DeLaMar Theater 5 november. Aldaar t/m 30 december. Tournee tot eind april 2018. 

****

‘Je hebt mensen met geld en mensen met goede bedoelingen’

Het is een van de vele wijsheden van de joodse melkboer Tevye, de ongekroonde burgemeester van het Oekraïense dorp Anatevka aan het begin van de twintigste eeuw. Tevye behoort, ondanks het respect dat hij geniet, duidelijk tot de tweede categorie. Hij heeft van God, met wie hij regelmatig een onderonsje heeft, het talent gekregen om met honger te leven. Het zit er niet in dat God ooit zijn grootste wens zal vervullen: ‘Als ik nou eens rijk was.’

Dit lied – ietsje opgefrist in de vertaling van Rob de Graaf – is een van de examenstukken voor de hoofdrolspeler in de musical Fiddler on the Roof, die in 1964 op Broadway in première ging. Alles wat Anatevka zo’n geweldige musical maakt zit in dat nummer: de tragiek van de joodse sloeber, humor tegen de klippen op, en de joodse samenleving die vasthoudt aan de eigen tradities om zich staande te houden in een vijandige wereld. Lex Goudsmit slaagde vijftig jaar geleden met lof, en haalde er zelfs het Londense podium mee. Ook Henk Poort bleek twintig jaar geleden een uitstekende Tevye en nu staat Thomas Acda in het volle licht. Hij doet voor geen enkele Nederlandse voorganger onder. Sterker nog, de cabaretachtergrond van Acda zorgt ervoor dat elke schrijnende ironische opmerking die hij maakt de perfecte toon meekrijgt. Het is pijn met een grimlach. Acda lijkt helemaal te zijn vergroeid met de man die zijn gezin langzaam uit zijn vingers voelt glippen, omdat drie van zijn vijf dochters minder hechten aan de joodse tradities en de Russische overheid de joodse gemeenschap weer eens in een hoek drijft. Het is machtig om Acda te zien worstelen om uiteindelijk toch steeds een beetje op te schuiven naar de nieuwe tijd. De beklemming zit ook in het strakke, grauwe decor: een groot huizenblok met muren van krantenpapier.

Op een paar minder sterke zangstemmen na – maar pff, wat zitten er ook lastige, maar bloedmooie stukken bij van componist Jerry Bock – zijn er geen hinderlijk zwakke plekken in de cast te ontdekken. Doris Baaten is een uiterst grappige koppelaarster en Jacob de Groot een fijn fanatieke anti-tsaristische revolutionair. Diezelfde cast schaarde zich trouwens via een inlegvelletje in het programmaboekje achter regisseur Ruut Weissman, die het in de #MeToo zondvloed zwaar te verduren heeft gekregen en daarom niet aanwezig was op de première.

Weissman deelde weliswaar niet in het slotapplaus, maar kan tevreden terugkijken op een zeer geslaagde productie. In de openingsscène, als het hele gezelschap zich verzamelt voor de sabbatmaaltijd, zien we de cast in moderne kledij. Verder is de traditionele dans doorspekt met fraaie eigentijdse choreografie. Maar verder is geen moeite gedaan om het stuk naar deze tijd toe te trekken. Dat is ook niet nodig, want alles wat de huidige tijd zo ziek maakt – intolerantie, machtsmisbruik en nationalisme – is terug te vinden in deze tijdloze musical.